donderdag 8 januari 2015

Made In Dagenham The Musical - Adelphi Theatre


Die avond staat alweer de laatste musical uit de reeks voorstellingen van dit reisje Londen op de planning. ”Made In Dagenham” in het Adelphi Theatre is geafficheerd als een Britse musical comedy en is gebaseerd op de gelijknamige film uit 2010 en speelt zich af in het Essex aan het eind van de jaren ‘60. De musical vertelt het verhaal van Rita O’Grady die samen met haar vrouwelijke collega’s stelling neemt tegen de ongelijke beloning en discriminatie op grond van sekse door haar werkgever de Ford Corporation en de corruptie van de vakbondsleiders. Uiteindelijk leidt een en ander tot de Equal Pay Act in 1970.

De creatives voor deze gloednieuwe musical zijn niet de minste. Het script voor ”Made In Dagenham” is geschreven door Richard Bean die onder andere bekend is van ”One Man Two Guvnors” en de muziek door David Arnold die zijn sporen voornamelijk verdiend heeft als componist voor film en TV. Zo schreef hij de muziek voor de filmversie van ”Made In Dagenham”, een aantal James Bond films en voor TV onder andere ”Sherlock” en ”Little Britain”. De liedteksten zijn geschreven door Richard Thomas en de succesvolle Rupert Goold voert de regie. 

Ondanks alle klinkende namen, een veelbelovend gegeven en de over het algemeen redelijk goede recensies valt het doek voor deze nieuwe originele musical helaas veel sneller dan verwacht. Het publiek heeft ”Made In Dagenham” niet weten te vinden en de musical speelt op 11 april alweer de allerlaatste voorstellingen. Na het debacle van ”I Can't Sing” vorig jaar is dit de tweede grote flop voor Stage Entertainment op West End.

Ik merk het als ik die avond het Adelphi Theatre binnenkom dat het wel erg stil is en er weinig publiek staat te wachten. De zaal is slecht bezet en kort voor aanvang worden de bezoekers die achter in de 'stallszitten naar voren gedirigeerd om het nog enigszins vol te laten lijken.



Gemma Arterton speelt de hoofdrol van de sympathieke bescheiden en aan zichzelf twijfelende Rita geweldig en levensecht. Het is onmogelijk om je ogen af te houden van Arterton als ze op het toneel staat. Oké ze is dan misschien niet de meest geweldige zangeres maar ze legt zoveel teruggehouden passie in haar rol dat je direct sympathie voelt deze zachtaardige echtgenote en moeder. Door de omstandigheden gedwongen moet ze een een andere rol aannemen en ontdekt daarin haar verborgen talenten. Tegen de stroom in volgt ze haar pad, zelfs al dat problemen in haar eigen gezin oplevert. 

Arterton als stralend middelpunt dus in een fantastische cast van vrouwen met een geweldige Isla Blair in de rol van Connie, wervelwind Sophie Isaacs als Sandra, Heather Craney als de onnozele Clare die een erg leuke song heeft met ”Wossiname”, Sophie Louise Dann als minister Barbara Castle die indruk maakt in haar grote solo ”In An Ideal World”, en Sophie Stanton als de grofgebekte Beryl die tot hilariteit van het publiek het f-woord wel erg vaak mag gebruiken.

Voor de rol van Eddie O'Grady was deze avond understudy Thomas Aldridge op die zijn rol verdienstelijk speelde, maar goed in het algemeen staan de mannen in deze voorstelling in de schaduw van de strijdbare vrouwen. Uitzondering vormen de wel erg karikaturale vertolkingen van premier Harold Wilson door Mark Hadfield en Stevie Furst die de tweede akte mag openen als Tooley de grote baas van Ford in ”This Is America”.



Kosten noch moeite lijken gespaard om deze musical een succes te maken. Bunny Christie ontwierp de sets en de kostuums en die zijn echt een genot om naar te kijken. De kostuums zijn met veel oog voor detail en dessins uit de jaren zestig ontworpen en de sets van Ford fabriek en het huis van de O'Grady's komen tot leven in een meer dan levensgroot bouwpakket waarin de uitgestanste plastic onderdelen net uit de doos lijken te komen. Prachtig, inventief en indrukwekkend in combinatie met het lichtontwerp van Jon Clark. De grootsheid van sommige scènes is niet te ontkennen zoals ”Busy Woman” die de voorstelling opent. Of ”Cortina” waarin het nieuwste model Ford wordt geïntroduceerd met een duidelijke knipoog naar Austin Powers.

Maar alleen met mooie plaatjes kom je er niet. Dit is een musical en hoewel de muziek van ”Made In Dagenham” zeker lekker en  onderhoudend klinkt is het vaak te doorsnee en voorspelbaar om een echt blijvende indruk te maken. Songs als ”Stand Up” en ”Everybody Out” hadden ook zo uit ”Hairspray” kunnen komen.

Ik heb die avond in het Adelphi erg genoten van de cast en het prachtige design van de musical maar terugkijkend is dat toch niet genoeg. ”Made In Dagenham” stoelt teveel op twee gedachten. Aan de ene kant willen de makers een serieus verhaal vertellen over de gebeurtenissen in 1968 en daarbij de persoonlijke tragedies van sommige vrouwen betrekken, terwijl het aan de andere kant een satire probeert te zijn. Vooral in de stereotype karakters van Wilson en Tooley zit zoveel absurditeit dat ze het geheel lijken te ontkrachten. Soms had ik het idee dat ik naar twee verschillende musicals zat te kijken.

Hoewel er veel deugt aan ”Made In Dagenham” weet deze musical in een optelsom van alle factoren helaas niet écht te overtuigen.






























Deze voorstelling zag ik s avonds op donderdag 8 januari 2015

© fotos Manuel Harlan