zaterdag 27 november 2010

Love Story - Duchess Theatre

Op mijn laatste volle dag in Londen begon ‘Love Story’ aan de previews. Een nieuwe musical gebaseerd op de roman van Erich Segal en de film met dezelfde naam uit 1970 met een script van Stephen Clark. Deze productie is een transfer vanuit het Chichester Festival Theatre waar deze kleine musical afgelopen zomer met veel succes speelde. Michael Ball is een van producenten en maakt met ‘Love Story’ zijn debuut in die rol.
Simpel gezegd is het een liefdesgeschiedenis tussen twee jonge mensen en speelt zich af in het Amerika van de jaren zestig. Oliver Barrett IV en Jenny Cavilleri vinden elkaar ondanks hun grote verschillen in sociale achtergrond toch en ontwikkelen een hechte band die ondanks alle tegenslagen sterk overeind blijft.
Het gevaar met dit soort musicals is dat het vaak te sentimenteel en ‘cheesy’ wordt. ‘Love Story’ is dat absoluut niet. De ijzersterke musical onder regie van Rachel Kavanaugh begint met het einde van het verhaal en dat maakt dat je als toeschouwer de liefdesgeschiedenis heel anders beleeft omdat je de trieste afloop al lang kent. De emoties die je als publiek voelt zijn echt en oprecht.
Het decor van Peter McKintosh is prachtig en is niet meer dan een simpele intens witte ruimte met een zwarte vleugel die in combinatie met het smaakvolle belichtingsplan van Howard Harrison de verschillende locaties gedurende het verhaal verbeeldt. Het orkest zit gedurende de hele voorstelling zichtbaar op het achtertoneel en hoewel ik in het begin nog dacht dat dat wellicht storend zou kunnen zijn was het dat op geen enkel moment. Het is een klein ensemble bestaande uit piano, violen, cello, bas en gitaar.
De muziek is geschreven door Howard Goodall die al een indrukwekkend oeuvre op zijn naam heeft. Qua musical is hij wellicht het bekendst van ‘The Hired Man’ maar hij componeerde voor theater, film en TV. Goodall zat tijdens de voorstelling een paar stoelen naast me en het was mooi om te zien hoe hij zich voor de voorstelling met de ogen dicht zat te concentreren.
Jammer dat in het programmaboek geen lijst met de individuele songs stond maar de muziek is geweldig mooi. Vaak sprankelend, bij vlagen ontroerend en prachtig melodieus. Het bekende thema uit de film van Francis Lai zit op een verrassende manier in de voorstelling verweven.
Een groot compliment voor de cast : de hoofdrollen zijn voor Emma Williams en Michael Xavier die hun rollen hier in Londen hernemen. Peter Polycarpou is erg ontroerend als Jenny’s vader Phil.
‘Love Story’ is een musical die je absoluut moet gaan zien. Ontroerend echt en met emoties waar iedereen ooit wel eens mee te maken heeft gehad. Het had op mij hetzelfde effect toen ik ooit nietsvermoedend in Londen de eerste keer ‘Blood Brothers’ zag en ik na de voorstelling bij wijze van spreken buiten het theater nog stond te huilen. En zo aan de reacties om me heen te horen was ik echt niet de enige. Een aanrader !

© foto's Manuel Harlan




vrijdag 26 november 2010

Love Never Dies - Adelphi Theatre


Toen in oktober het bericht kwam dat ‘Love Never Dies’ precies in de week dat ik in Londen zou zijn voor een aantal dagen te sluiten en in diezelfde week opnieuw in een vernieuwde versie zou openen was de keuze niet moeilijk. Het programma omgegooid en kaarten geboekt voor de vrijdagavond en de zaterdag matinee.
Met een bijna net zo spannend gevoel als tijdens de eerste previews sta je dan in het Adelphi en bij binnenkomst in het auditorium en met een eerste blik op het voordoek is de eerste verandering al duidelijk. Het beeld van het masker van Christine heeft plaatsgemaakt voor een projectie van de Parijse Opera. Erg benieuwd neem ik plaats op rij D in het midden.
De voorstellingen die ik zag werden gedirigeerd door Charles David Abell en terwijl de zaallichten doven vullen de eerste klanken de zaal. De nieuwe korte ouverture doet me nog het meest denken aan de muziek op het moment als de kroonluchter in het origineel op het toneel stort. Voor onze ogen vliegt de Parijse Opera in brand en metershoge krantenkoppen in projecties die het voordoek vullen melden dat de mysterieuze gemaskerde figuur waarschijnlijk omgekomen is…
De volgende scène is in de eerste versie de scène in ‘The Aerie’ al is nu nog niet duidelijk waar de plaats van handeling is en werkt in deze nieuwe proloog eerder als droom. Christine komt oplopen in de bekende gouden jurk en als de muziek aanzwelt komt de Phantom uit de toneelvloer omhoog. ‘Till I Hear You Sing’ wordt ingezet. Een ovationeel applaus volgt en de toon is gezet.

Gelukkig is ‘The Coney Island Waltz’ niet gesneuveld maar is wel drastisch veranderd. Terwijl de eerste klanken klinken komt Madame Giry vanaf het achtertoneel naar voren gelopen en langzaam vult het toneel zich met de karakters uit Phantasma. ‘The Coney Island Waltz’ is niet langer instrumentaal maar nu voor een groot deel gezongen. Enorm indrukwekkend.

Einde proloog en terwijl er een nieuwe projectie is van een oceaanstomer vullen krantenkoppen het voordoek en is duidelijk dat we op Coney Island New York zijn. Wat volgt is een grootste showscène ‘Only For You’ waarin Meg Giry wordt geïntroduceerd als The Oh La La Girl, die overigens nu haar shownummers zingt in een licht Frans accent. Na het optreden van Meg vertelt Madame Giry dat Christine Daaé door Oscar Hammerstein is uitgenodigd om op te treden in zijn nieuw te openen Manhatten Opera House.
De scene op Pier 69 is grotendeels hetzelfde al zijn Christine en Raoul nu onder de impressie dat de karakters Fleck, Gangle en Squelch zijn ingehuurd door Hammerstein door hen aangeduid als Mr H. In ‘The Journey to Coney Island’ wordt duidelijk dat de reis niet leidt naar Manhatten maar naar Coney Island.
De hotelscènes met ‘Look With Your Heart’, ‘Beneath A Moonless Sky’ en ‘Once Upon Another Time’ zijn op wat kleine veranderingen na grotendeels hetzelfde. De Phantom is in deze vernieuwde versie echter duidelijk op een dreigende manier geobsedeerd door Christine en chanteert haar met het welzijn van Gustave om nog eenmaal zijn muziek te zingen. Christine kan niet anders dan toegeven.
‘Beautiful’ en ‘The Beauty Underneath’ zijn onveranderd al zijn nu ook de drie freaks continu op het toneel aanwezig. Als Christine aan de Phantom toegeeft dat Gustave inderdaad zijn zoon is, beveelt hij haar dat Gustave dat nooit te weten mag komen. Aan het einde van Acte I zit nu ook een prachtige reprise van ‘Till I Hear You Sing’ maar nu als duet tussen de Phantom en Christine.
De laatste scène in Acte I eindigt nog steeds met Madame Giry die nu met een dreigende ingehouden woede speelt. Werkt veel beter dan de originele scène mede geholpen door een veranderde bijna nachtmerrie-achtige belichting.
Het is overigens opvallend dat meer muziek uit de originele ‘The Phantom Of The Opera’ nu in ‘Love Never Dies’ te horen is. Niet altijd op de voorgrond aanwezig maar soms als underscore soms als een nieuwe melodielijn. Zo hoor je bijvoorbeeld nu de melodie van de originele titelsong, en ook ‘Angel Of Music’ en ‘Stranger Than You Dreamt It’. Bovendien valt op dat sommige arrangementen zijn veranderd zoals ‘Till I Hear You Sing’ en de reprise van ‘Devil Take The Hindmost’.
Andrew Lloyd Webber is bij deze eerste van de nieuwe versie aanwezig en was al gespot net voor de voorstelling begon. Als hij na de pauze opnieuw binnenkomt wordt hij begroet met een enthousiaste staande ovatie van het publiek. Ook Bill Kenwright die verantwoordelijk is voor de nieuwe versie is aanwezig. Overigens is het opvallend dat zowel hij als Charles Hart die de nieuwe teksten schreef helemaal niet in de credits van het nieuwe programmaboek staan.
‘Why Does She Love Me?’ is onveranderd al is de toon en intentie waarmee Raoul het nummer zingt duidelijk heftiger. Ook de vervolgscène in de bar met Meg is anders van toon en toont al duidelijk de karakterverandering die Meg doormaakt. Haar oorspronkelijke enthousiasme om haar jeugdvriendin Christine terug te zien, maakt al snel plaats voor hele andere gevoelens.
‘Heaven By The Sea’ is in deze versie helemaal geschrapt en de strandscène is nu alleen in Phantasma waar Fleck, Gangle en Squelch de act van Meg Giry introduceren. In ‘Bathing Beauty’ zijn naast de vrouwelijke ‘bathing beauties’ nu ook een groot deel van het mannen ensemble in de scène te zien en te horen.
De scène in Christine’s kleedkamer voor haar optreden is meer duister waarbij het licht dimt en de lampjes rondom haar spiegel beginnen te flikkeren op het moment dat de Phantom links op het toneel vanuit de toneelvloer omhoog komt.
In Acte II is overigens minder veranderd dan in Acte I. De slotscène is in wezen nog hetzelfde maar na het moment dat Meg Christine neergeschoten heeft, beveelt de Phantom haar en haar moeder te verdwijnen.
In haar laatste momenten breekt Christine haar belofte aan de Phantom en vertelt aan Gustave dat hij zijn werkelijke vader is. Gustave rent in afschuw weg. Christine sterft in de armen na een laatste kus van de Phantom en hij vouwt na haar dood zijn ring in haar handen. De Phantom breekt en is overmand door verdriet. Even later verschijnen Raoul en Gustave en neemt de Phantom wat afstand zodat Raoul afscheid kan nemen van zijn Christine. Raoul fluistert Gustave wat toe en de jongen loopt naar zijn werkelijke vader toe en omarmt hem. Doek.
Ik heb altijd kritische kanttekeningen bij ‘Love Never Dies’ geplaatst. Ondanks het vele moois wat deze voorstelling te bieden heeft bleef een onbevredigend gevoel waar ik niet precies de vinger op kon leggen. Die plooien zijn nu gladgestreken door Bill Kenwright en tekstschrijver Charles Hart. De voorstelling klopt nu in alle opzichten. De link met de originele Phantom is duidelijker aanwezig. En hoewel de Phantom in deze versie wat menselijker is is zijn obsessie voor Christine en vooral haar stem duidelijker aanwezig. Een karakter waarbij maar iets kleins hoeft te gebeuren om dat te doen omslaan naar de moordende maniak die hij in het origineel was.
De tekstveranderingen in het origineel van Glenn Slater zijn miniem en hier en daar heeft Charles Hart nieuwe teksten toegevoegd zoals bijvoorbeeld in de scène waarin Meg haar vriendschap met Christine bezingt en teksten in de nieuwe ‘Coney Island Waltz’.
Al met al zijn de doorgevoerde veranderingen zeer geslaagd en is deze vernieuwde ‘Love Never Dies’ bijna perfect en verplichte kost bij een bezoek aan Londen.
© foto's Really Useful Group



















donderdag 25 november 2010

End Of The Rainbow - Trafalgar Studio 1

Eerlijk gezegd was de met korting geboekte kaart voor ‘End Of The Rainbow’ onder het motto van misschien ook leuk om gezien te hebben. Tracie Bennett kende ik van haar rollen in ‘Hairspray’ en ‘La Cage Aux Folles’. En nu dus een grote hoofdrol in het toneelstuk van Peter Quilter over de legende Judy Garland. Toen ik op dinsdag, de dag na de première, in Caffè Nero stond en de voorpagina van The Times kopte A Star Is Born boven een grote foto van Bennett als Garland was mijn interesse toch wel gewekt.
‘End Of The Rainbow’ concentreert zich op de laatste levensfase van Judy waarbij ze in januari 1969 voor 6 weken gecontracteerd is in de Londense Talk Of The Town in een poging haar carrière nieuw leven in te blazen en ze met haar vijfde verloofde en tevens manager Mickey Deans intrek neemt een chique hotel. Daar ontmoet ze ook haar Engelse vriend en pianist en muzikaal leider Anthony weer.
Garland lijkt haar verslaving aan drank en pillen enigszins te boven zijn gekomen maar onder de druk van de aanstaande optredens vervalt ze weer in haar oude gewoontes. De scènes waarin ze smeekt om drank en pillen en de gevolgen daarvan zijn hartverscheurend. Maar gelukkig zit er ook genoeg zwartgallige humor in dit stuk. De scène waarbij ze per abuis de pillen bedoeld voor de cocker spaniel van Anthony slikt is hilarisch leuk, evenals het interview wat ze onder invloed live geeft op de BBC radio.
Maar bovenal krijg je de enorme tragiek van Judy Garland mee en in dit stuk is ze verscheurd door de gevoelens voor haar verloofde en de oprechte vriendschap van haar homosexuele vriend. De scène waarin hij Garland van make up voorziet op een moment dat ze dat zelf niet kan of wil is ontroerend en het moment waarbij hij Garland een uitweg naar Brighton biedt om alles achter zich te laten is een keerpunt vooral op het moment dat Garland niet voor die optie kiest en in de zomer van datzelfde jaar pas 47 jaar oud komt te overlijden.
Tracie Bennett speelt Judy Garland niet, ze is deze grote diva. Met dit soort rollen kom je er niet mee weg om er niet voor de volle 1000% voor te gaan. Haar energieke kracht en inzet is tomeloos. En ook qua spreek- en zangstem komt ze erg dicht bij de echte Garland. Bennett schakelt schijnbaar moeiteloos tussen een hele caleidoscoop aan emoties. Je houdt van haar en je haat haar, je lacht en huilt met haar.
Het stuk speelt zich af in een bijna kitscherige hotelkamer prachtig ontworpen door William Dudley. Bij de scènes in de Talk Of The Town opent het achtertoneel en zien we de band. Door het contrast werken deze showscènes als een soort droom en veel bekende nummers komen voorbij als ‘The Trolley Song’ ‘Just In Time’‘The Man That Got Away’ en ‘Somewhere Over The Rainbow’.
Tracie Bennett is de ster van de voorstelling maar vlak ook de overige hoofdrollen niet uit : Hilton McRae als Anthony is erg goed in zijn spel en in zijn cynische en onderkoelde humor. Stephen Hagan zet Mickey niet neer als de harde zakenman maar als iemand die oprecht van Judy lijkt te houden en ook slachtoffer is van de omstandigheden. Robin Browne speelt de overige rollen als de radio interviewer en de portier.
Bij het slotapplaus stond het publiek als één op en kreeg Tracie Bennett een donderende enthousiaste ovatie en zo ontzettend terecht ! Deze productie kreeg bijna alleen vijf sterren recensies en daar kun je het alleen maar enorm mee eens zijn.
© foto's Robert Day / Carol Rosegg


woensdag 24 november 2010

Passion - Donmar Warehouse


Het Donmar Warehouse is altijd een heerlijk theater om te komen. Intiem en gegarandeerd hoogstaande producties. Toen in april bekend werd dat de Argentijnse Elena Roger de hoofdrol zou gaan spelen in Stephen Sondheim’s ‘Passion’ was de keuze simpel. Boeken ! 

De voorstelling die ik begin oktober zou bezoeken werd gecancelled door het ongeluk die middag met castlid David Birrell dus ik was erg blij deze mogelijkheid achter de hand te hebben.

Ondanks de beperkte ruimte weet designer Christopher Oram altijd iets moois te maken van het decor. Een wand met fresco´s in bedekte kleuren met drie grote arcadeboog openingen waarachter zich een gang bevindt. Het prachtige lichtontwerp van Neil Austin draagt erg bij aan de sfeer die de voorstelling ademt : Italie in het midden van de 19e eeuw.
Vaak had ik het idee naar een mooie sfeervolle film te kijken waarbij de lyrische misschien meest sentimentele score van Sondheim overduidelijk aanwezig was maar niet op de voorgrond drong. In mijn beleving was de score hier en daar wel wat gecomprimeerd en vloeide het ene in het andere nummer over, maar zo op het eerste gehoor heb ik geen songs gemist.

De cast van tien telt slechts twee vrouwelijke spelers Elena Roger als Fosca en Scarlett Strallen als Clara. De mannelijke hoofdrol van Giorgio werd fenomenaal neergezet en gezongen door David Thaxton. Het mooie aan deze versie van ‘Passion’ onder regie van Jamie Lloyd is dat hij uiteindelijk het centrale karakter van de voorstelling is. Een man verstrikt in een bizarre liefdesdriehoek met de mooie Clara en de getergde Fosca. De overige vrouwenrollen zoals de moeder van Fosca worden gespeeld door de mannen in het ensemble.
Elena Roger zag ik eerder in ‘Evita’ en ‘Piaf’ en zij past deze rol erg goed. Met haar tengere gestalte speelt ze Fosca soms klein en kwetsbaar, dan weer groots en hysterisch en bijna altijd manipulatief in haar strijd om Giorgo´s liefde te winnen. Pas aan het einde weet ze sympathie te winnen en de scène waarin ze de brief aan Giorgio dicteert is van een ontroerende schoonheid.
Scarlett Strallen die ik vele malen als Mary Poppins zag krijgt hier de kans om te laten zien dat ze ook dit genre heel wat in haar mars heeft. Ze zong en acteerde de rol van Clara op een overtuigende bijna etherische wijze.
Elena Roger speelt pas in 2012 ‘Evita’ op Broadway dus we kunnen hopen op een transfer van ‘Passion’ naar West End zoals eerder met ‘Piaf’ gebeurde. Tot die tijd is de herinnering aan deze fantastische Donmar produktie één om lang te koesteren.
Op dinsdag zag ik tussen twee voorstellingen door een interview sessie van journalist en theatercriticus Mark Shenton in het Donmar met Elena Roger. Drie kwartier lang hoorden we haar vertellen over haar carriere in Argentinie, over de audities voor ‘Evita’ en over haar rollen in ‘Piaf’ en nu in ‘Passion’. Erg interessant om mee te maken en leuk om te zien dat deze vrouw ondanks alle dramatische rollen die ze speelt ook veel humor heeft.
© foto´s Johan Persson

maandag 4 oktober 2010

Sweet Charity - Theatre Royal Haymarket


Deze klassieker zag ik al eerder in de Menier Chocolate Factory. Toen ik las dat deze voorstelling 2 maanden eerder dan gepland zou sluiten was de keuze om nog een keer te gaan niet moeilijk. 

De voorstelling is in wezen hetzelfde en het decorontwerp van Tim Shortall is mooi vertaald van de intimiteit van de Chocolate Factory naar dit grote theater. Ook de geweldige choreografie van Stephen Mear komt beter uit de verf. 

Tamzin Outhwaite straalt nog steeds als Charity Hope Valentine. Voor de mannelijke hoofdrollen Charlie, Vittorio en Oscar speelde understudy Jez Unwin die zeker de stem voor de rol heeft maar wat minder de looks. Ja ja ik had graag Mark Umbers nog een keer gezien 

zondag 3 oktober 2010

Les Misérables In Concert - The 25th Anniversary - The O2

‘Victor Victorious!’ scanderen de metroposters in dit 25-jarige jubileumjaar van ‘Les Misérables’ en kleine Cosette staart je nog steeds aan. Onwillekeurig gaan mijn gedachten toch terug naar eind 1985 toen ik in Londen was en geïntrigeerd stond te staren naar dat beeld boven de ingang van het Palace Theatre. Ik kende de muziek al van de LP die ik voor een klein fortuin had aangeschaft en ik kan me nog goed herinneren dat we bij de box office stonden en stonden te dubben : gaan we wel of niet. Eeuwige spijt natuurlijk dat we toen besloten om toch maar niet te gaan.
Inmiddels zijn we 25 jaar verder en is het beeld van Cosette een wereldwijd bekend handelsmerk en is de voorstelling die ik al vele malen zag voor eeuwig geëtst in mijn geheugen. De tijd vliegt en met het ‘10th Anniversary Concert’ in de Royal Albert Hall eigenlijk nog vers in het geheugen is het moeilijk te geloven dat we alweer 15 jaar verder zijn.
Het weekend van 2 en 3 oktober 2010 zou in het teken staan van dit 25-jarig jubileum en dan hoef je, ondanks het feit dat jeugdig enthousiasme inmiddels heeft plaats gemaakt voor volwassen gereserveerdheid, er eigenlijk nauwelijks over na te denken. Ik ga !
De site van de Delfont Mackintosh Theatres biedt voor een kleine £ 300 zelfs een ‘Total Mizery’ pakket aan. Ja dat doen we ook maar, maar wel zelf gereserveerd en zelf de plaatsen uitgekozen. Zaterdagochtend de originele productie in het vertrouwde Queens Theatre aan Shaftesbury Avenue, ‘s middags de matinee van de nieuwe tourversie in het Barbican Centre en op zondagavond één van de 25th Anniversary concerten in de O2 Arena.

Vijftien jaar geleden alweer vond in de Royal Albert Hall het 10-jarig jubileum plaats, een avond om nooit te vergeten en hoewel het 20-jarig jubileum waarvoor Cameron Mackintosh het publiek die avond nog uitnodigde nooit werd gevierd stond het weekend van 2 en 3 oktober 2010 dan toch in het teken van het 25-jarig jubileum.
Nog onder de indruk van alle ‘miserabele’ indrukken op de zaterdag trokken we al bijtijds naar de O2 Arena. Ik was er nog nooit geweest maar het oude Millenium Dôme is een erg mooi opgezet complex met enorm veel faciliteiten. Toen de voorverkoop begon heb ik zitten puzzelen en uiteindelijk toch een mooi kaartje bemachtigd. Hoe het zicht zou zijn op de avond zelf is dan maar afwachten maar toen ik de arena binnenkwam bleek het een geweldige plaats te zijn. Op rij 5 in de eerste ring net ter hoogte van het toneel. Ik zat dichtbij genoeg voor alle gezichtsuitdrukkingen en als ik een blik naar links wierp bovendien een mooi zicht op de enorme zaal gevuld met 20.000 andere liefhebbers.
En terwijl de zaal langzaam volstroomt begint op de enorme LED schermen een beknopte film over de geschiedenis van ‘Les Misérables’ en terwijl het in beeld verschijnen van Susan Boyle voor wat hilariteit in de zaal zorgt is het dan nog maar 5 minuten tot de aanvang van het concert.
Het publiek is een dwarsdoorsnede van de bevolking in alle leeftijden, rangen en standen, de fervente fans zijn uitgedost in ‘Les Mis’ t-shirts, maar het merendeel bestaat toch uit regulier theaterpubliek, mensen die van over de hele wereld naar Londen zijn gereisd om deelgenoot te zijn van dit stukje theatergeschiedenis.
En terwijl de eerste bekende klanken in een vol perfect geluid de immense arena vullen krijg ik kippenvel en tranen. Wat kan er in 15 jaar toch veel gebeuren en wat kan een mensenleven toch veranderen en denk heel bewust aan m’n lieve ouders die bij het Royal Albert Hall concert nog in leven waren. Mijn vader overleed al in 1998, mijn moeder pas afgelopen zomer. 
Net als in de Royal Albert Hall is ook dit concert half gestaged met de cast in de originele kostuums van Andreane Neofitou. Het toneel is enorm groot en gecomplementeerd met de drie enorme en kraakheldere LED schermen en decorelementen worden de diverse locaties uit het verhaal verbeeld. Het decor- en lichtontwerp is van Matt Kinley en Paule Constable die ook verantwoordelijk waren voor de nieuwe ‘25th Anniversary’ versie en er worden in de projecties ook veelvuldig elementen uit die productie vertoond.

De hoofdpersoon Jean Valjean wordt vertolkt door Alfie Boe. Ik kende deze zanger eerlijk gezegd alleen van naam maar hij zet een geweldige prestatie neer. Vocaal lijkt het hem allemaal geen enkele moeite te kosten en hij zet zijn songs met een prachtige volle stem op een bijna klassieke manier neer. En als je denkt de ultieme ‘Bring Him Home’ gehoord te hebben is dat bijna niets in vergelijking met Boe’s vertolking. Na dit nummer stopt de show letterlijk met een minutenlang durende staande ovatie.
Javert wordt vertolkt door Amerikaan Norm Lewis die normaal gesproken in het Queens staat. Ook een feilloze prestatie. En het is fijn om te zien dat alle rollen door zwaargewichten worden bezet. Ramin Karimloo als Enjolras. Lea Salonga die in de Royal Albert Hall nog als Eponine op het podium stond speelt nu Fantine. Haar grote solo ‘I Dreamed A Dream’ is fenomenaal. En ook Jenny Galloway als Madame Thénardier was er 15 jaar geleden ook al bij. Erg benieuwd was ik naar Matt Lucas als Monsieur Thénardier.  Lucas acteert als de beste al blinkt er soms wat ‘Little Britain’ door zijn performance heen en hij zingt bovendien érg goed. Oorspronkelijk zou Cosette vertolkt worden door Camilla Kerslake maar naar verluid door stemproblemen heeft zij de rol moeten teruggeven en stond Katie Hall, de Cosette uit de nieuwe versie op de planken. Samantha Barks die normaal gesproken in het Queens staat vertolkte Eponine geweldig mooi. Marius werd vertolkt door Nick Jonas. Nu volg ik de hedendaagse muziek totaal niet maar hij schijnt bekend te zijn van een muziekgroep met zijn broers. Aan de ene kant is het jammer dat ze geen echte zanger als Marius hebben gecast maar aan de andere kant snap ik deze keuze wel om ook een jonger publiek te trekken. Geen geweldige zanger maar toch wist hij met zijn performance als onzekere schuchtere student veel sympathie op te wekken.
Versteld sta ik van de bezetting van de kleinere rollen met louter West End hoofdrolspelers als Peter Polycarpou, Hadley Fraser, Gina Beck, Jon Lee, John Owen Jones, Jon Robyns, Keith Burns, Earl Carpenter ... de lijst is eindeloos.
Drie uur lang zit je met bijna ingehouden adem te kijken naar een overweldigend spektakel. Een enorm orkest onder de bezielende leiding van David Charles Abell, een fantastisch koor met honderden mensen die de ensemblenummers ondersteunen en een geweldige cast maken dat dit jubileum een avond is om nooit meer te vergeten. Het publiek was overigens geweldig, in het blok waar ik zat heb ik onder de performance geen enkel woord gehoord en iedereen was muisstil.

In de finale komen naast alle hoofdrolspelers ook nog eens de cast uit het Queens en het Barbican het toneel op en als verrassing de originele cast uit 1985 met Colm Wilkinson (Valjean), Roger Allam (Javert), Michael Ball (Marius), Frances Ruffelle (Eponine), Rebecca Caine (Cosette) Alun Armstrong en Sue Jane Tanner (Thénardiers) en wordt ‘One Day More’ gezongen. Alleen Patti LuPone (Fantine) en David Burt (Enjolras) ontbreken. En alsof het dan nog niet genoeg is hernemen de vier Valjeans ‘Bring Him Home’ in een prachtig gezongen kwartet met Colm Wilkinson, John Owen Jones, Alfie Boe en Simon Bowman.
Vervolgens is het tijd voor de toespraken van Cameron Mackintosh, Alain Boublil en Claude Michel Schönberg. En als grote finale komen uit alle hoeken van de arena honderden schoolkinderen uit diverse Les Mis schoolversies en klinkt ‘Do Yo Hear The People Sing’ van het toneel en heel de arena zingt mee. De verwachtingen voor het concert waren hoog gespannen maar de belofte werd meer dan waar gemaakt en het werd een avond om echt nooit meer te vergeten.
© set design Delfont Mackintosh

zaterdag 2 oktober 2010

The Woman In Black - Fortune Theatre


Door de afgelasting van de voorstelling van ‘Passion’ had ik ineens een niet ingevulde theateravond in Londen. Waar ga je een half uur voor aanvang dan naar toe ? Vast van plan om te kijken of ‘Oliver!’ nog een plaats vrij had, werd op weg naar Drury Lane mijn oog weer getrokken door het naast gelegen Fortune Theatre waar al 21 jaar met veel succes ‘The Woman In Black’ staat. Ik was er nog nooit aan toegekomen om daar eens naar toe te gaan en hier lag de kans.
Toen ik daar aan de box office vertelde van de afgelaste voorstelling kreeg ik ook nog eens 50% korting op het kaartje omdat beide theaters tot de Ambassadors Group behoren. Over uitstekende service gesproken ! Ik kreeg een mooie plaats voor £ 20 op rij 3, één van de ‘scary seats’ fluisterde de dame achter de kassa me nog toe. Leuk …
Ik ben blij om deze voorstelling een keer gezien te hebben maar kan er niet echt lyrisch over zijn, misschien wel omdat de verwachtingen te hoog gespannen waren. Het uiteindelijke plot zie je al lang tevoren aankomen, al zitten er wel een aantal effectieve schrik effecten in en wordt door de knap opgebouwde structuur van het toneelstuk (gebaseerd op een verhaal van Susan Hill, bewerkt door Stephen Mallatratt)  de spanning langzaam maar zeker tot een hoog niveau opgevoerd.
Buiten kijf staat dat de twee hoofdrollen, Michael Mears als Arthur Kipps en Orlando Wells als The Actor een buitengewoon goede prestatie neerzetten. Een genot om naar te kijken.

Les Misérables - Barbican Centre

Cameron Mackintosh bracht ‘The New 25th Anniversary Production’ van ‘Les Misérables’ als laatste stop van de tournee die begin 2010 begon, terug in het Barbican Centre waar de triomftocht voor deze musical ooit begon.
Daardoor was het voor de liefhebbers mogelijk om in één weekend drie verschillende producties in Londen te kunnen zien. En terwijl de ene stroom fans zich van het Barbican naar het Queens begaf, gingen wij in tegenovergestelde richting. Al dan niet herkenbaar aan de meegesleepte plastic ‘Les Mis’ tasjes met merchandise.
Het Barbican Centre is een multifunctioneel gebouw uit het begin van de jaren ‘80 in de City van Londen en als je denkt dat er geen lelijkere theaters bestaan dan het New London is het Barbican aan de buitenkant nog een stuk afzichtelijker. Maar het auditorium is fijn en vrij intiem, en in de volle breedte van het enorme toneel strekken zich vier zitniveaus hoog uit.
Ik ben benieuwd wat ons te wachten staat want deze productie van ‘Les Misérables’ is totaal anders dan de originele RSC versie.  Voor het creatieve team was het als ware terug naar de tekentafel en hoewel het even wennen is, is deze versie een geweldig vormgegeven voorstelling die in elementen trouw is gebleven aan het origineel maar die een hele vernieuwende en frisse kijk op het verhaal biedt.
Van de originele creatives is alleen Andrea Neofitou overgebleven en haar originele ontwerpen herken je in aangepaste versies direct terug, al is het geheel een stuk fleuriger dan in het originele design.
Matt Kinley die zijn carrière begon als ontwerper voor het National Theatre en in de laatste jaren onder andere betrokken was bij ‘My Fair Lady’, ‘The Woman In White’ en ‘Mary Poppins’ had de zware taak om in de voetsporen van John Napier te treden. Hij liet zich bij zijn ontwerp leiden door de originele tekeningen van Victor Hugo en de doeken en projecties die we in de voorstelling zien vormden daarvoor, al dan niet in originele vorm, de inspiratiebron.
Deze productie kent geen draaischijf wel indrukwekkende huizenhoge panelen die de toneel opening helemaal kunnen afsluiten en diverse stellages die apart gebruikt worden in bijvoorbeeld de herbergscène of in Parijs en die samengevoegd in de tweede akte de barricade vormen.
Het lichtontwerp voor deze productie is prachtig ontworpen door Paule Constable. Vaak ingetogen en beheerst dan weer hel en fel in bijvoorbeeld de scènes op de barricade. Zij was in de laatste jaren verantwoordelijk voor bijvoorbeeld het lichtontwerp van ‘Evita’, ‘Love Never Dies’ en ‘Oliver!’. 
De samenwerking tussen Kinley en Constable levert prachtige toneelbeelden op. De indrukwekkende openingsscène vind bijvoorbeeld plaats op een schip waarbij de gevangenen achter de roeispanen zitten. En vooral in de tweede akte zitten een aantal prachtige voorbeelden van hun samenwerking : de overgang van de scène op de barricaden naar de riolen is subliem en ook Javert’s zelfmoord is geweldig mooi en indrukwekkend vormgegeven.
Verder zitten er vele prachtige vondsten qua staging in deze versie. De ontmoeting van Cosette en Marius op Rue Plumet is bijvoorbeeld een balkonscène, Omdat deze voorstelling geen draaischijf kent is de dood van Gavroche op de barricade niet in beeld maar juist omdat je de reacties ziet van diegenen voor de barricade maakt het de scène des te indrukwekkender. Ook het laatste beeld van de dode Enjolras op de rode vlag is mooi gevonden.
Marius zingt ‘Empty Chairs At Empty Tables’ staand op een leeg toneel terwijl er kaarsjes om hem heen staan die ook een rol hebben in het daarna volgende ‘Turning’. Ook het aandeel van de kinderen is in deze productie groter, zo zingt één van de meisjes mee in het laatst genoemde nummer.
Of bijvoorbeeld na zijn dood staan Valjean, Fantine en Eponine met de rug naar het publiek terwijl ze verwelkomt worden door hen die hen voorgingen. Dat zijn allemaal kleine maar prachtige vondsten. Het is uiteraard een enorme gok om de formule van een voorstelling die al 25 jaar veel succes heeft los te durven laten maar Mackintosh en zijn nieuwe creatieve team zijn daarin wonderwel geslaagd.

In de hoofdrollen staan twee zwaargewichten : John Owen Jones als Valjean en Earl Carpenter als Javert. Andere bekende namen in de cast zijn Gareth Gates als Marius en Jon Robyns als Enjolras. Maar deze ‘Les Misérables’ is vooral een ensemblestuk. Speciale vermelding verdient zeker Madalena Alberto als Fantine die een geheel nieuw en eigen stempel op de rol drukt. Fantastisch! En de gekleurde Rosalind James als Eponine die haar rol de nodige R & B meegeeft. Misschien een kwestie van wennen maar ik vond het niet zo goed bij de rol en de periode passen.

Het orkest speelde de muziek en de nieuwe Het orkest speelde de muziek en de nieuwe orchestraties van Christopher Jahnke en Stephen Metcalfe feilloos. Veel van de nieuwe orchestraties herkende ik nog wel van de recente Nederlandse versie al is daarvan ook weer het een en ander geschrapt.
Na afloop van de voorstelling komt producent Cameron Mackintosh nog even het toneel op om de cast in het zonnetje te zetten omdat dit hun allerlaatste voorstelling was. En hij memoreert met een aantal anecdotes het bijzondere feit dat ‘Les Misérables’ na 25 jaar weer terug is waar het ooit allemaal begon.
Een bijzondere ervaring deze marathon van twee versies van ‘Les Misérables’ op één dag zo kort na elkaar maar een dag waar ik nog heel lang met heel veel liefde en plezier aan terug zal denken. Ik heb er énorm van genoten !





Les Misérables - Queens Theatre


Direct uit het hotel met het ontbijt net achter de kiezen al vroeg op pad om mijn kaartje op te halen bij de box office. ‘House Full’ geeft het bord op het trottoir aan. Ik heb nog even tijd en besluit om een dubbele espresso bij Caffè Nero te nemen want in de ochtenduren is wat extra cafeïne altijd een goed plan.
Rond een uur of 10 ga ik terug naar het Queens en inmiddels heeft zich voor de box office een enorme rij gevormd. Terwijl Cameron Mackintosh met een camera ploeg op Shaftesbury Avenue staat, voeg ik me bij vrienden die op het laatste moment besloten om toch ook de ochtendvoorstelling mee te pakken.
In de zaal zit een internatonaal gezelschap te horen aan de verschillende talen om me heen en de sfeer is geladen. Terwijl ik verwachtingsvol op mijn plaatsje rij 3 in het midden zit spreekt Mackintosh middels een opgenomen boodschap het publiek toe en wenst ons veel plezier in dit ‘weekend of total misery‘. Inderdaad laat die marathon maar beginnen !
Terwijl de eerste klanken de intieme zaal van het Queens Theatre vullen en je rationeel denkt. nu ken ik de voorstelling wel, is er toch geen ontkomen aan. Met huizenhoog kippenvel wordt je weer als vanzelf meegezogen in het universele en tijdloze verhaal over Valjean en Javert. En bij ‘What Have I Done’ zit ik alweer ingehouden te snikken ...
De muziek blijft prachtig en het kunnen van Boublil, Schönberg en Kretzmer beleeft een apotheose in het sublieme ‘One Day More’ waarin alle karakters samenkomen in nog steeds één van de mooiste ensemblenummers ooit gemaakt.
Het ontwerp van John Napier is na al die jaren nog steeds onverwoestbaar en gecomplementeerd door het prachtige licht van David Hersey in een palet van ingetogen kleuren komen de verschillende locaties als uit het niets voor je ogen tot leven. Het blijven magische momenten in het theater als Valjean in Parijs aankomt of als de barricade zich voor je ogen vormt.
Omdat de Javert en Eponine uit de Queens-cast deel uitmaken van de O2 concerten zijn daarvoor de understudies op. Geen zorgen want met Jeff Nicholson staat één van de betere Javerts op het toneel en zijn ‘Stars’ krijgt terecht een donderende ovatie. Eponine wordt prima vertolkt door Helen Owen.
Voor de rest staat de originele cast op het toneel. Simon Bowman vertolkt opnieuw Jean Valjean. Hij was ooit de originele Chris in ‘Miss Saigon’ en speelde verder onder andere Marius in ‘Les Mis’ en Raoul in ‘The Phantom Of The Opera’. Hoewel hij soms wat moeite lijkt te hebben met de hoge partijen gaat ‘Bring Him Home’ hem toch bijzonder goed af en is als een intiem en ingetogen gebed. Mooi om te zien hoe hij een heel eigen stempel op de rol drukt.
Lucie Jones schijnbaar in Engeland bekend door X Factor en inmiddels ook als model speelt Cosette verdienstelijk. Geen bijzondere prestatie maar dat is ook lastig met de rol van Cosette. Een lichtgewicht is ook ingehuurd voor de rol van Marius. Alistair Brammer maakt hier zijn West End debuut, beschikt over een mooie stem zij het met een vrij irritant vibrato. Gelukkig weet hij dat in ‘Empty Chairs’ wat meer te doseren.
De Thénardiers worden vertolkt door acteurs die ik al in eerdere producties zag : Lorraine Bruce als Toine in ‘Piaf’ en Martin Ball als Dr Dillamond in ‘Wicked’. Bruce speelt Madame Thénardier als een heerlijk vals kreng en bovendien heeft ze haar imposante postuur en decolleté mee. Daar kijk je niet omheen ... Bij Ball valt vooral zijn geweldige krachtige zangstem op en dat maakt dat in ‘Dog Eats Dog’ veel te genieten valt.
De overige hoofdrollen zijn ook prima bezet met Rebecca Seale als de getergde Fantine en de Ierse Killian Donnelly als studentenleider Enjolras.
Het Queens zal nog de enige plaats zijn waar de originele RSC productie te zien is in het originele ontwerp en met de originele orchestraties van John Cameron. Alle komende producties van ‘Les Misérables’ zijn gebaseerd op de ‘New 25th Anniversary Production’ zoals binnenkort die in Madrid en de nieuwe Noord Amerikaanse Tour.
De originele ‘Les Misérables’ is een productie die je absoluut gezien moet hebben. De cast zoals die nu in het Queens staat kent wel wat zwakke schakels maar als een geheel maakte het weer veel indruk al zal de jubelende ambiance van afgelopen weekend mijn oordeel wellicht wat gekleurd hebben.
© foto Deen Van Meer

vrijdag 1 oktober 2010

Avenue Q - Wyndham´s Theatre


Na een aantal verhuizingen op West End is na meer dan 4 jaar nu het einde voor de bewoners van Avenue Q dan toch in zicht. Op 30 oktober speelt deze sympathieke en enorm grappige musical de laatste voorstelling. 

Dus toch maar besloten om deze nog even mee te pakken. En hoewel bij een herbezoek veel van de initiële verrassing wel weg is, is het grappig om te zien hoe ze inspelen op de actualiteit. En het blijft genieten van de cast van wie Cassidy Janson (ooit gezien als Elphaba in ‘Wicked’) als Kate Monster/Lucy The Slut de meeste indruk maakte.

Caroline O’Connor - The Showgirl Within - Garrick Theatre


Mijn eerste kennismaking met Caroline O’Connor was in 1995 toen ze de hoofdrol speelde van Mabel Normand in Jerry Herman’s musical ‘Mack And Mabel’ in het Piccadilly Theatre. Sinds die tijd heeft ze mijn hart gestolen. Ik heb haar CD’s gekocht en grijs gedraaid dus ik was blij verrast toen ik las dat O’Connor een week lang in het Garrick zou staan precies in de tijd dat ik in Londen zit.

Kaartje geboekt en ik heb daar absoluut geen spijt van gehad. Wat een geweldige avond ! Caroline als stralend middelpunt met een geweldig ensemble van vier zangers en dansers : Edward Lewis French, Lauren Hall, Lucinda Lawrence en Liam Wrate en een geïnspireerde band onder leiding van Danel Edmonds.

De avond werd een persoonlijke reis door het leven van deze in Engeland uit Ierse ouders geboren en in Australië opgegroeide performer. In grappig vertelde anecdotes neemt ze het publiek mee naar haar jeugd en door haar professionele leven. Musicals als ‘Chicago’ ,‘Cabaret’,‘A Chorus Line’ en natuurlijk ‘Mack And Mabel’ passeren de revue en tevens is er aandacht voor de voorstellingen waarin zij twee iconen portretteerde : Edith Piaf in ‘Piaf’ en Judy Garland in ‘At The End Of The Rainbow’. Ook de rollen die ze speelde in Baz Luhrmann’s ‘Moulin Rouge’ en in Irwin Winkler’s ‘De-Lovely’ krijgen aandacht waarbij vooral haar nagespeelde auditie als Ethel Merman voor Kevin Kline hilarisch is.

Na een verdiende staande ovatie waarbij O’Connor oprecht ontroerd lijkt krijgen we nog een toegift in de vorm van Sondheim’s Broadway Baby uit ‘Follies’ dat ze ook zong tijdens het Proms concert in de Royal Albert Hall.

Ik kan maar één ding zeggen : haal deze vrouw terug naar West End en geef haar een hoofdrol !

donderdag 30 september 2010

Priscilla Queen Of The Desert - Palace Theatre


‘Priscilla Queen Of The Desert’ blijft een heerlijke over-the-top voorstelling die ondanks alle jolijt en kleur een aantal prachtige en ontroerende momenten kent. Mijn vorige verslag is nog te lezen al speelt nu de nieuwe cast in het Palace Theatre.

Oliver Thornton speelt altijd nog de rol van Adam/Felicia. Hij zet een erg leuke performance neer al kon ik zijn lachje niet loskoppelen van Janice uit de sitcom ‘Friends’. Thornton is erg grappig in de vrolijke scènes maar zodra de rol wat dieper ging vond ik hem niet erg overtuigen.

Don Gallagher is de opvolger van Tony Sheldon als Bernadette en het is natuurlijk erg lastig om in die voetsporen te treden. Gallagher zet de rol wat sterker neer en mist een beetje de natuurlijke kwetsbaarheid die Sheldon de rol meegaf maar niettemin een ijzersterke prestatie met vooral een uitstekende zangstem.

Ben Richards is de opvolger van Jason Donovan als Tick/Mitzi en ik was aardig onder de indruk van zijn prestaties in deze rol. Hij acteert en zingt overtuigend en is bovendien niet verkeerd om naar te kijken.

Australiër Ray Meagher speelt sinds kort de rol van Bob. Hij is vooral bekend als Alf uit de soap ‘Home And Away’ en speelde ook al in de Australische versie van ‘Priscilla’. Waarom hij deze rol speelt begrijp ik niet want van het enige nummer dat hij moet zingen, een korte reprise van ‘A Fine Romance’ bakte hij weinig en ging een paar keer gigantisch de fout in.

‘Priscilla Queen Of The Desert’ is zeer zeker een bezoek waard, al zat ik wel te denken hoe mooi het zou zijn om Kunze en Levay‘s ‘Rebecca’ in dit theater te kunnen zien !

Love Never Dies - Adelphi Theatre

De nieuwste Andrew Lloyd Webber zag ik in de eerste week van de previews drie keer. Inmiddels zijn we ruim een half jaar verder. Het is opvallend hoeveel in vergelijking met de eerste week aan de voorstelling is ingekort, geschaafd en gesleuteld.
De openingsscène van Madame Giry is drastisch ingekort en in plaats van alleen Fleck hebben ook nu de andere freaks Squelch en Gangle een aandeel in deze scène. De toevoeging van het verschijnen van de Phantom in de eerste scène is een vondst en de manier waarop hij de aanzet tot kleur brengt in de ‘Coney Island Waltz’ is een geweldig kippenvelmoment. Het hele ‘Heaven By The Sea’ is geschrapt en komt alleen nog terug in de reprise in Acte II. Wat we nu te zien krijgen is een prachtig en kleurrijke grote ensemble scène om Coney Island te introduceren en heeft Meg Giry een solo die de tragiek van haar karakter beter neerzet dan in de oorspronkelijke enscènering.
Hoewel oorspronkelijk wel zo gepland speelde Ramin Karimloo deze avond helaas niet, maar hij heeft in Tam Mutu een fantastische understudy. Hij mist wel iets van de warmte van de stem van Karimloo maar dat compenseert hij met een geweldige acteerprestatie. Hij zet de hoofdrol vuriger en agressiever neer en het samenspel met zijn Christine was geweldig. Ik heb toch weer ademloos zitten kijken en luisteren naar Sierra Boggess, wat een mooie Christine en wat een prachtige stem ! Haar grote solo ‘Love Never Dies’ in Acte II blijft een showstopper. Deze scène overtuigt vooral door de simpelheid waarmee deze is neergezet en grijpt op een subtiele manier terug naar ‘Think Of Me’ uit het origineel.
We hadden geen geluk die avond want ook voor Madame Giry (Janet Mooney), Raoul (Dean Chisnall) en Squelch (Simon Ray Harvey) waren de understudies op. Storend was dat helemaal niet want zij deden het ook meer dan voortreffelijk. Al miste ik bij Janet Mooney wel iets van de mystiek die Liz Robertson wel heeft als Madame Giry. Inmiddels speelt ook de tweede lichting Gustaves in het Adelphi en wij hadden die avond Harry Polden. Een heel klein ventje maar hij zong en acteerde fantastisch.
Hoewel de muziek van ‘Love Never Dies’ fenomenaal goed is, blijft de grootste manco van deze musical toch het onbevredigende einde. De manier om het zo ingetogen en bijna verstild op het toneel te zetten begrijp ik wel, maar hiermee gaat de voorstelling aan het eind jammer genoeg als een nachtkaars uit. Er is al flink in gesneden maar de scène blijft ook nu te lang en te pijnlijk. Reprise na reprise zonder dat dat echt naar een climax toewerkt. En je merkt dat ook duidelijk aan het publiek bij het aarzelende applaus.
Wat mij betreft zou ‘Love Never Dies’ wel meer in een climax mogen eindigen met bijvoorbeeld de brand die Coney Island verwoestte, een referentie die nu overigens totaal uit het script is verdwenen. Een einde waarbij minder duidelijk is wat er met de hoofdpersonages gebeurt en waarbij je als publiek in ieder geval wat hoop houdt. Het eindigt nu zo triest.
Ik ben erg benieuwd naar de ontwikkelingen rondom ‘Love Never Dies’ en of Londen aan het eind van de boekingsperiode de vernieuwde versie voor Toronto/New York krijgt in het nieuwe design van Robert Jones en met een nieuwe regisseur en choreograaf aan het roer ?
Maar ‘Love Never Dies’ blijft ook in deze versie ondanks de tekortkomingen een absolute aanrader. Het publiek was in ieder geval razend enthousiast met een verdiende staande ovatie voor de hoofdrolspelers en een bezoek aan ‘Love Never Dies’ staat ook voor mij eind november op het verlanglijstje.
© foto Really Useful Group

zondag 28 februari 2010

Legally Blonde - Savoy Theatre


Aangezien ‘Love Never Dies’ de hoofdreden was voor mijn weekje Londen zou je haast vergeten dat ik ook nog andere voorstellingen zag. Geen uitgebreide verslagen maar wel wat indrukken van de rest van het programma.

Ook hier een prachtige kaart voor maar £20 door een aanbieding van the Ambassador Theatre Group. Ik wist dat Duncan James niet zou spelen maar groot was de teleurstelling toen ik bij het theater aankwam en ook Sheridan Smith er niet was. Overmacht lijkt me maar Amy Lennox haar understudy komt nog niet eens in de buurt bij de prestaties van Smith. Erg jammer en dan blijft er van deze zoete roze suikerspin niet heel veel meer over.

The Misanthrope - Comedy Theatre


Aangezien ‘Love Never Dies’ de hoofdreden was voor mijn weekje Londen zou je haast vergeten dat ik ook nog andere voorstellingen zag. Geen uitgebreide verslagen maar wel wat indrukken van de rest van het programma.

Ik geef toe dat Keira Knightly voor mij de belangrijkste reden was om deze voorstelling te bezoeken. Maar wat een heerlijke toneelstuk heb ik gezien. Molière in een hippe versie geplaatst in deze tijd met een geweldig aangepast script van Martin Crimp. Grote ster van deze voorstelling was toch Damian Lewis als Alceste. Prima vertolking van Keira Knightley als Jennifer ook al vond ik haar wat te timide voor de rol die ze moet spelen.

Chicago - Cambridge Theatre


Aangezien ‘Love Never Dies’ de hoofdreden was voor mijn weekje Londen zou je haast vergeten dat ik ook nog andere voorstellingen zag. Geen uitgebreide verslagen maar wel wat indrukken van de rest van het programma.

Ruthie Henshall als Roxie Hart was de belangrijkste reden om deze Chicago te bezoeken. Goedkope kaart via Get Into London Theatre op rij B in het midden. En wat heb ik genoten met als grote bonus Anna-Jane Casey als Velma Kelly. Een geweldig ensemble. Alleen jammer dat voor Flynn en Mama Morton twee understudies op waren. Ik had graag Jasna Ivir gezien. Desondanks een heerlijk avond gehad !