zondag 13 december 2009

Matthew Bourne’s Swan Lake - Sadler’s Wells


Matthew Bourne’s eigenzinnige versie van deze klassieker mag dan al weer bijna 15 jaar oud zijn maar heeft nog niets aan kracht ingeboet. De met awards overladen produktie is sinds 1995 continu te zien en heeft succesvolle runs gehad op West End en Broadway en in verschillende internationale tourprodukties.
Matthew Bourne (choreografie en regie) heeft in zijn versie deze überklassieke traditionele balletvoorstelling uit de 19e eeuw met de prachtige muziek van Tsjaikovski radicaal veranderd. De hoofdpersoon Odette is vervangen door een mannelijke danser die in deze voorstelling bekend is als The Swan en zijn alter ego The Stranger in de derde Akte. Bovendien heeft hij het vrouwelijke ‘corps de ballet’ vervangen door viriele en krachtige mannelijke dansers.
Deze kijk maakt dat het verhaal van The Prince, The Queen, The Swan/The Stranger die in een bijna bizarre driehoeksverhouding verkeren, de nodige homo-erotische aspecten krijgt. Maar bovenal is ‘Swan Lake’ een universeel verhaal over liefde en verlangen dat een ongelooflijke klasse uitstraalt. Ook schuwt Bourne de komische aspecten niet en de voorstelling zit vol leuke kwinkslagen vooral door de onhandigheden van The Girlfriend waarmee The Prince is opgezadeld en die de geldende etiquette aan het hof met voeten treedt.
Deze frisse onconventionele voorstelling maakt dat ‘Matthew Bourne’s Swan Lake’ ook voor de niet-balletkenners,  waaronder ik mezelf zeker reken, toch een prachtige avond en een indrukwekkende ervaring is.
Het design van de set en kostuums van Lez Brotherston zijn erg mooi en leveren met het lichtontwerp van Rick Fisher prachtige scènes op. De diverse hoofdrollen alterneren en die avond zag ik Richard Winsor als The Swan/Stranger, Christopher Marney als The Prince en Nina Goldman als The Queen. Ook veel respect voor het ensemble die een enorme prestatie leveren.
Al met al was ‘Matthew Bourne’s Swan Lake’ een waardige afsluiting van de reeks voorstellingen die ik zag.
© foto Sadler’s Wells

Sweet Charity - Menier Chocolate Factory





























Aan het succesverhaal van de Menier Chocolate Factory lijkt maar geen eind te komen. Van hun producties die de première beleven in het intieme Off West End theater gaan er vele in een aangepaste versie naar West End of Broadway.

Hun eigenzinnige kijk op klassieke musicals als ‘La Cage Aux Folles’,‘A Little Night Music’, ‘Sunday In The Park With George’ en ‘Little Shop Of Horrors’ rond de Kerstperiode is inmiddels een traditie en staat meestal garant voor een geweldige theaterbelevenis. Voor het seizoen 2009-2010 koos men voor het meer lichtvoetige Sweet Charity van Cy Coleman onder regie van Matthew White.

Inmiddels is de complete run tot maart 2010 uitverkocht dus degenen met kaartjes mogen zich gelukkig prijzen want ook ‘Sweet Charity’ is een absolute vijfsterren produktie waar je jubelend de zaal uitkomt.

‘Sweet Charity’ is een musical uit de jaren ‘60 met muziek van Cy Coleman en teksten van Dorothy Fields. Niemand minder dan Neil Simon schreeft het script. De grote charme van de musical is dat je in 2009 zit te kijken naar een musical die geschreven is in de jaren ‘60 en ook in de tijd speelt. Stephen Mear’s choreografie geïnspireerd op deze tijd is geweldig.

Het verhaal is simpel en gaat over de zoektocht naar liefde van de naïeve Charity Hope Valentine die als animeermeisje werkt in de New Yorkse Fan-Dango Ballroom. En hoewel haar collega’s de mannen misschien ook nog op andere wijze ten dienste zijn, verkoopt Charity alleen haar tijd. Je leeft mee met haar avonturen, haar ups en downs, haar vriendschap met de meiden uit de club en hebt samen met haar vooral een rotsvast geloof in het leven en de liefde.

Charity wordt vertolkt door Tamzin Outhwaite die erin slaagt het publiek van het eerste moment in te pakken. Je gaat in de loop van de musical érg van Charity houden. Van de overige cast zijn Josefina Gabrielle die Nickie en Ursula speelt en Tiffany Graves als Helene de meest bekende namen. Mark Umbers speelt de drie mannelijke hoofdrollen Charlie, Vittorio en Oscar en naast veel theaterwerk is hij wellicht het meest bekend als Freddie uit de National Theatre versie van ‘My Fair Lady’. Hij is een genot om naar te luisteren gezegend met een prachtige stem en dito uiterlijk.

Tim Shortall’s design is simpel maar effectief en benut de volle breedte van het auditorium van de Chocolate Factory en David Howe’s lichtontwerp vervolmaakt het geheel. Speciale vermelding verdienen zeker de prachtige kostuums van Matthew Wright die het tijdsbeeld compleet maken, van de complete tuttigheid van de Sixties tot de losbandigheid van de hippies in de Rhythm Of Life Church.

Coleman’s heerlijke score wordt fantastisch uitgevoerd door het orkest in arrangementen van Chris Walker. Klassiekers als ‘Big Spender’ (hier neergezet in een erg geile versie en vrij confronterend gezeten op de eerste rij), ‘If My Friends Could See Me Now’ en ‘I’m A Brass Band’.

De musical kent vele komische en lichtvoetige momenten waarvan de scène met Charity in de kast in Vittorio Vidal’s slaapkamer érg leuk is, evenals de liftscène aan het eind van de eerste akte. 
Maar ook veel verstilde en ontroerende momenten zoals een prachtige bijna ontluisterende ‘Baby Dream Your Dream’ met Gabriella en Graves en een indrukwekkende slotscène met Charity waarbij er toch nog wat hoop aan de horizon glimpt.

‘Sweet Charity’ was een geweldige ervaring met Tamzin Outhwaite als grootste ster. Grappig maar ook hartverscheurend en ontroerend. Ik hoop dat deze ‘Sweet Charity’ ook de transfer maakt naar West End want dat zou zeker meer dan verdiend zijn en bied de kans om deze sympathieke hartverwarmende produktie nogmaals te kunnen zien.

© foto´s Catherine Ashmore

zaterdag 12 december 2009

Wicked - Apollo Victoria Theatre

Zaterdagmiddag was de klassieker ‘Wicked’ aan de beurt. Bij het boeken van de kaarten had ik de keuze tussen Alexia Khadime en standby Ashleigh Gray als Elphaba.
Gekozen voor de laatste en daarvan zeker geen spijt gehad. Vocaal wist ze zeker haar mannetje te staan maar ik miste alleen de chemie tussen haar en Dianne Pilkington. Die was er gewoonweg niet en dat is voor het verhaal toch wel erg essentieel. Misschien had één van beiden een mindere dag.
Verder blijft ‘Wicked’ onverwoestbaar sterk waarbij de rest van de originele cast speelde. Ik ben nog steeds niet overtuigd van Oliver Tompsett als Fiyero. Daarentegen vond ik Harriet Thorpe als Madame Morrible weer geweldig sterk en zag ik Sam Kelly voor het eerst als The Wizard. Goed maar niet erg bijzonder en hetzelfde geldt voor Alex Jessop als Boq.
Verrassend vond ik Natalie Anderson als Nessarose die toch een hele andere twist aan de rol wist te geven door deze veel minder sympathiek en bijna agressief te spelen.
Zeker niet de sterkste voorstelling van ‘Wicked’ die ik zag maar het blijft genieten van het prachtige design en de sublieme belichting.  

Sister Act - London Palladium

Een produktie van Stage Entertainment in samenwerking met Whoopi Goldberg gebaseerd op de succesvolle film uit de jaren negentig. Wat moet ik ervan zeggen. Ik heb op de diverse fora erg enthousiaste reacties gelezen dus misschien waren mijn verwachtingen te hoog gespannen want ik kwam met erg gemengde gevoelens de zaal uit.
De voorstelling begint erg leuk met Whoopi die het publiek waarschuwt voor rinkelende telefoons en knisperende snoeppapiertjes. Toch maar even checkend of mijn telefoon écht uitstaat heb ik er enorm veel zin in.
Grootste plus en grootste ster van deze voorstelling is Patina Miller die sensationeel is als Deloris Van Cartier. Ze heeft een geweldige komische timing, ze zingt subliem en het is genieten van het grootste gemak waarmee ze dat lijkt te doen.
Een andere glansrol is weggelegd voor Sheila Hancock als Mother Superior die prachtig speelt en verdienstelijk zingt.
Enorm jammer is wel dat naast de zusters Mary Robert, Mary Patrick en Mary Lazarus er een énorm getalenteerd ensemble op het toneel staat die volledig anoniem blijven en alleen gebruikt lijken te worden als toneelvulling.
Ik ben een bewonderaar van Alan Menken en hij schreef dan ook een prachtige score voor deze musical. Veel gospelachtige muziek (‘Raise Your Voice’ ‘Take Me To Heaven’) en aanstekelijke seventies disco (‘Sunday Morning Fever’ ‘Fabulous Baby’). Maar ook songs als ‘Here Within These Walls’ en ‘The Life I Never Led’ waarin je de handtekening van deze meester overduidelijk herkent.
Grootste manco van deze musical is het flinterdunne verhaal en het slecht geschreven script waardoor je geen enkele binding krijgt met de karakters op het toneel. Het gaat van een nonnenscène naar een scène met de gangsters en weer terug. Ik vond het eerlijk gezegd oervervelend en het werd wat dat betreft een hele lange avond. Zelfs momenten die wel perspectief bieden om de karakters wat verder uit te diepen, zoals de reprise van ‘The Life I Never Led’ met Sister Mary Robert, worden niet benut.
Het decor van Klara Zieglerova is prachtig en weet het enorme toneel van het Palladium goed te benutten. Alles draait, verdwijnt en verschijnt weer en het zit ingenieus in elkaar. En ook de belichting van Natasha Katz en de kostuums van Lez Brotherston is niets op aan te merken.
Maar met alleen een mooi prentenboek kom je er niet. Er is niets mis met een bijna letterlijke vertaling van een film naar het toneel, dat dat wel kan werken zag ik bijvoorbeeld bij ‘Priscilla’. Maar het verhaal van ‘Sister Act’ is daarvoor veel te mager en te oppervlakkig en het is erg jammer dat de producenten dat niet hebben ingezien en geen nieuwe scriptschrijver hebben ingehuurd die het verhaal wat meer body had kunnen geven. Cheri en Bill Steinkellner hebben een indrukwekkende staat van dienst in televisie en film maar een boeiend script voor een musical schrijven is een andere discipline.
Op mijn weg naar buiten kreeg ik een kortingsbon in de handen gedrukt voor ‘Hairspray’ de andere produktie van Stage Entertainment op West End. Ook ‘feelgood’, ook een prachtig plaatjesboek én een musical waar je wel het hele scala aan emoties beleeft. ‘Sister Act’ liet me helaas grotendeels onberoerd.
© foto Nils Jorgensen

vrijdag 11 december 2009

War Horse - New London Theatre


Het New London Theatre is niet een van Londen’s meest charmante theaters. Gebouwd in 1973 met een afzichtelijk front, entree en foyer was het theater 21 jaar lang het thuis voor Lloyd Webber‘s ‘Cats’. Het auditorium is niet bijzonder indrukwekkend maar werkt wel intiem waarbij het publiek is gezeten om het ronde podium. Recent zag ik een aantal maal ‘Gone With The Wind’ in dit theater en ik had heel graag ‘Imagine This’ hier willen zien. Nog steeds spijt!
Na deze twee flops biedt het New London nu huis aan ‘War Horse’ die al twee uitverkochte seizoenen kende in het National Theatre en nu aan een uiterst succesvolle speelperiode op West End bezig is en waarvan de boekingsperiode inmiddels tot ver in 2010 is verlengd.
‘War Horse’ is gebaseerd op de roman van Michael Morpurgo en vertelt het verhaal van Albert en zijn paard Joey. Albert kent een bijna zorgeloze jeugd op het platteland van Devon. Het tij keert als de Eerste Wereldoorlog begint en Joey net als vele andere paarden ingezet moet worden in de strijd in Frankrijk. Albert liegt over zijn leeftijd en gaat zonder medeweten van zijn ouders het leger in op zoek naar zijn geliefde paard. Bij de dramatische ontwikkelingen die volgen zit je gekluisterd aan je stoel.
De paarden en andere dieren zijn vormgegeven door de Zuid Afrikaanse Handspring Puppet Company waarbij ieder paard tot leven wordt gewekt door drie acteurs in het programmaboek aangeduid als ‘head’ , ‘heart’ en ‘hind’. Joey als veulen is vertederend en de transformatie naar volwassen paard indrukwekkend. Evenals het andere paard met een belangrijke rol in het verhaal Topthorn. Het is enorm knap hoe de acteus de paarden tot wezens van vlees en bloed weten te maken en je simpelweg vergeet dat het maar een knap in elkaar gedraaide mechanische constructie is.
Het design voor ‘War Horse’ is simpel maar erg effectief. Voor Morpurgo de schrijver van het oorspronkelijke verhaal was een schilderij van kapitein James Nicholls uit 1914 de inspiratiebron. Designer Rae Smith heeft zich ook daardoor laten leiden en het design voor ‘War Horse’ is als het ware een enorme pagina gescheurd uit het schetsboek van Nicholls dat zich over de volle breedte van het verder zwarte toneel uitstrekt. Hierop worden de scènes middels tekeningen en projecties tot leven gebracht. Van de idyllische landschap van Devon in het begin van het verhaal tot de woeste overtocht over zee naar Frankrijk en verstorende tekeningen in de oorlogsscènes. Zonder af te leiden ondersteunen deze projecties het verhaal wonderwel. Paule Constable (onder andere ‘Evita’, ‘Oliver!’, ‘Love Never Dies’) tekent voor een prachtig lichtontwerp.
Hoofdrol is voor Robert Emms die Albert Narracott op een fantastische manier speelt. Andere namen die het vermelden meer dan waard zijn zijn Rachel Sanders en Colin Mace als zijn ouders en Patrick O’Kane als de Duitser Friedrich Muller. De prachtige muziek van ‘War Horse’ die verkrijgbaar is op CD is van Adrian Sutton, de songs die het verhaal verbinden zijn geschreven door John Tams.
‘War Horse’ te omschrijven is lastig omdat het niet alleen toneel is maar een wonderbaarlijke mix kent die andere disciplines in zich verenigt zoals bewegingstheater en muziek en ook visueel veel te bieden heeft.
Ik heb werkelijk een geweldige avond gehad. Het is onmogelijk om niet intens mee te leven met de personages en paarden uit het verhaal. Ik hoorde kreten van ontzetting uit het publiek bij de laatste scènes en de tranen aan het slot vloeiden rijkelijk. Als je de kans krijgt moet je deze voorstelling zeker gaan zien !
© foto Brinkhoff/Mögenburg

donderdag 10 december 2009

Annie Get Your Gun - Young Vic


De Broadway klassieker uit 1946 met muziek van Irving Berlin in 2009 in de Young Vic lijkt een niet erg voor de hand liggende keuze. En dat is het ook niet. Je moet je preconcepties opzij zetten en met een open blik deze voorstelling ingaan die werd geregisseerd door de gelauwerde Richard Jones die een indrukwekkende reeks producties op zijn naam heeft staan.

‘Annie Get Your Gun’ kent een geweldige tijdloze score met klassiekers als ‘There’s No Business Like Show Business’ , ‘Doin’ What Comes Natur’lly’, ‘You Can’t Get a Man with a Gun’, ‘They Say It’s Wonderful’, en ‘Anything You Can Do’.
Deze produktie kent geen orkest maar de volledige score wordt gespeeld door vier pianisten in prachtige arrangementen van Jason Carr. En dat werkt wonderwel goed.

De hoofdrollen van Annie Oakley en Frank Butler zijn voor Jane Horrocks en Julian Ovenden. Een duo dat op mij een énorme indruk maakte. Ik geef toe dat de stem van Horrocks niet de meest ideale is voor deze rol maar dat werd in een nummer als ‘Anything You Can Do’ slim en grappig opgelost. Bovendien zingt ze de songs met veel inlevingsvermogen en een sublieme tekstbehandeling. Boeiend van A tot Z.

Maar haar vocale tekortkomingen maakt Jane Horrocks meer dan goed met de vele andere uitdagingen die de rol van Annie biedt. Ze slaagt erin om de verandering van Annie van het jongensachtige meisje in de eerste acte tot de ervaren vrouw van de wereld aan het slot geloofwaardig en sympathiek neer te zetten. Ze speelt de rol bovendien erg grappig zoals alleen zij dat kan. Zonder enige twijfel een vijfsterren performance.

Ook de chemie met ‘love interest’ Julian Ovenden is er. Ovenden die ik eerder zag in ‘Grand Hotel’ en ‘Marguerite’ is begenadigd met een prachtige stem die de songs van Berlin alle recht doet. Een in alle opzichten aantrekkelijke Frank Butler !

Andere rollen die in het oog springen zijn Buffy Davis als Mrs Wilson & Mrs Potter Porter en John Marquez als Charlie. Het ensemble klinkt prachtig in de grote shownummers.

De beperkte ruimte wordt goed benut in de choreografie van Philippe Giraudeau en maakt dat een ingetogen versie van ‘There’s No Business Like Show Business’ toch werkt.

Deze ‘Annie Get Your Gun’ werkt in deze versie enigszins vervreemdend omdat de tijd van actie is gezet aan het eind van de jaren ‘40 terwijl Annie Oakley al overleed in 1926. De filmpjes waarmee de eerste en tweede acte openen zijn erg grappig. Jane Horrock die als Annie in gemonteerde historische beelden grote leiders als Churchill maar ook Mussolini en Hitler ontmoet is hilarisch.

Grootste manco van deze voorstelling is het design van ene Ultz. Er zal ongetwijfeld een uitgedachte filosofie achter zijn ontwerp zitten maar het is werkelijk het meest afzichtelijke decor in een musical ooit. Het lijkt een enorme houten doos waarin een gedeelte is uitgespaard waar de toneelopening is. En rechtsboven een stalen rolluik waarachter zich nog een andere ruimte bevindt. Ik kan alleen maar zeggen spuuglelijk en daar daar helpt het weinig subtiele lichtontwerp van Mimi Jordan Sherin ook niet aan. Bovendien werken de grappig bedoelde elementen (de reisscènes) in zijn design bij mij alleen maar irritatie op.

Overigens is het erg irritant dat de Young Vic voor deze produktie ongeplaceerde kaarten verkoopt. Al lang voor de deur van de zaal opende vormde zich een lange rij. Omdat ik mijn kaarten bij de box office moest ophalen was ik er al vrij vroeg dus ik stond vrij vooraan. De beste plaatsen voor deze produktie zijn als je binnenkomt rechts van het gangpad en dan vanaf rij 4 of 5. Als je links zit of meer naar voren mis je volgens mij de slaapkamer rechts bovenin het toneelbeeld.

Gemengde gevoelens dus bij ‘Annie Get Your Gun’. Het design maar snel vergeten maar terugkijkend maakt de muziek en de interpretatie daarvan en de prestaties van de cast alles goed. Een vervreemdende bijna filmische produktie die door de harde belichting vaak deed denken aan een roadmovie gezet in de fifties.

© foto Tristram Kenton

Priscilla Queen Of The Desert - Palace Theatre


De stageversie van de bekende cultfilm uit 1994 stond de donderdagmiddag in de planning. Na Australië en Nieuw Zeeland staat ‘Priscilla Queen Of The Desert’ sinds maart 2009 in Londen. Het toneel voor ‘Priscilla’ is hoog maar gezeten op rij G in de stalls had ik perfect zicht op alle scènes. Ook die zich hoog in de toneelopening en in de zaal afspelen.

Het verhaal van ‘Priscilla’ gaat over Tick (Mitzi) een in Sydney wonende travestiet die samen met transsexueel Bernadette en de flamboyante en vooral erg irritante drag queen Felicia door de Australische outback op pad gaan in een gammele bus die ze hebben omgedoopt tot Priscilla. De reden van de reis is een optreden in een casino in Alice Springs. Wat Bernadette en Felicia nog niet weten is dat Tick daar bij Marion een zoontje Benjamin heeft die hij al jaren niet heeft gezien. Maar voor ze in Alice Springs arriveren beleeft het drietal allerlei leuke en minder leuke avonturen en worden geconfronteerd met de soms homofobische mentaliteit op het platteland.

Deze voorstelling is fouter dan fout, camper dan camp en alle stereotiepen worden zonder gêne uit de kast getrokken. Toch is ‘Priscilla’ een heerlijke en hartverwarmende voorstelling en kom je op vleugels de zaal uit. Ondanks alle jolijt kent ‘Priscilla’ ook veel emotionele momenten waarbij menig traantje wordt weggepinkt. Zoals bijvoorbeeld in de scène met Joni Mitchell’s ‘Both Sides Now’ en de scène tussen Tick en zijn zoontje Benji met Elvis Presley’s ‘Always On My Mind’.

Tony Sheldon als Bernadette die de rol ‘down under’ creëerde en nu in Londen speelt is fenomenaal met een perfecte timing. Grappig en gevat maar vooral geloofwaardig als vrouw. Jason Donovan speelt Tick en is waarschijnlijk gekozen op zijn bekende naam want hij is niet de beste zanger en acteur. Maar hij speelt de rol verdienstelijk en symphatiek en bovendien zijn de referenties naar Kylie en Neighbours natuurlijk erg leuk als hij speelt. Tijdens de week dat ik in Londen was speelde Matthew Cole de rol van Felicia. Weinig op aan te merken al was het soms wel erg ‘over the top’. Ik ben benieuwd hoe Oliver Thornton de rol speelt.

De show is prachtig vormgegeven met oogverblindende kleurrijke kostuums van Tim Chappel en Lizzy Gardiner die de Oscarwinnende creaties voor de musicalversie opnieuw ontwierpen. Een feest om naar te kijken en op momenten kom je ogen tekort om alles in je op te nemen. De grootste feature qua decor is natuurlijk de enorme bus en de scène waarin die ‘shocking pink’ wordt geverfd is weer zo’n prachtig theatraal moment.

De score van de musical varieert van de grote discoklassiekers uit de jaren zeventig en tachtig tot Verdi’s La Traviata in een indrukwekkende scène met Felicia tegen het einde van de eerste akte. ‘Priscilla ‘kent veel muziek die ook in de film zat maar ook nieuwe toevoegingen als ‘Downtown’, ‘What’s Love Got to Do with It’en ‘MacArthur Park’. Ook is ABBA ten faveure van Kylie ingewisseld. De songs worden perfect gezongen en voor het voetlicht gebracht door een stralend ensemble en niet in de laatste plaats door de prestaties van de drie andere Diva’s.

Toegegeven ik had zo mijn twijfels bij opnieuw een feelgood musical maar ‘Priscilla’ is één groot feest waarbij je het hele scala aan emoties beleeft en zeer zeker een herbezoek waard !

woensdag 9 december 2009

Legally Blonde - Savoy Theatre


Londen heeft lang moeten wachten op de Broadway musical ‘Legally Blonde’ maar eindelijk is het dan zover. Op 5 december begonnen de previews en op 13 januari 2010 beleeft de musical de West End première.

Het niet erg bijzondere design van de musical is van David Rockwell en biedt naast felle kleuren weinig visueel spektakel. De muziek van Laurence O’Keefe en Nell Benjamin is erg inwisselbaar en laat op enkele sterke songs na op mij weinig indruk achter. En het script van Heather Hach is ook al flinterdun en vergezocht. Maar toch werkt ‘Legally Blonde’ op een of andere manier. Hoe dat te verklaren is weet ik niet maar waarschijnlijk is het de optelsom van alle factoren.

‘Legally Blonde’ is een pretentieloze feelgood musical van de bovenste plank met niet al te veel inhoud. En als je dat niet verwacht heb je wel een erg leuke avond en kom je vrolijk en opgepept de zaal uit.

Het publiek (voornamelijk meisjes in alle leeftijden, soorten en maten en veel homo’s) was lichtelijk hysterisch (veel fans in de zaal waarschijnlijk) en ‘Legally Blonde’ heeft alles in zich om in Londen een tweede ‘Wicked’ te worden als het gaat om de fans en hun fanatisme.

Stralend en onbetwist middelpunt is Sheridan Smith als Elle Woods die onmiddellijk alle aandacht op zicht weet te richten én vast te houden op de momenten dat zij op het toneel staat en de rest van de cast met gemak in de schaduw stelt. Zij verdiende de staande ovatie zeker en vast en Smith was in tranen bij het slotapplaus en het enthousiasme van de zaal.

Duncan James ziet er goed uit en speelt en zingt verdienstelijk als Warner Huntington III, vooral Alex Gaumond is perfect gecast als Emmett Forrest en verder maakt op mij Caroline Keiff als Vivienne Kensington veel indruk. O ja, Bruiser en Rufus deden het ook erg leuk 

Overigens is het toneel van het Savoy Theatre voor deze voorstelling vrij hoog. Ik zat op rij F in de stalls en had perfect zicht op het toneel maar ik denk dat vanaf de eerste rijen een stuk minder is. En erg fijn dat voor de preview periode al een souvenir brochure beschikbaar is met alle info over de cast en creatives en repetitiefoto’s.

Samenvattend heb ik een érg leuke avond gehad misschien ook opgezweept door het enthousiaste publiek, maar ik denk niet dat ‘Legally Blonde’ nog op het programma staat bij een eerstvolgend bezoek aan Londen.

© foto Tristram Kenton

The Rise And Fall Of Little Voice - Vaudeville Theatre


Het karakter van Little Voice is onsterfelijk gemaakt door Jane Horrocks die in de oorspronkelijke toneelversie en de latere film gestalte geeft aan het pijnlijk verlegen en bijna contactgestoorde meisje dat na de dood van haar vader zichzelf vermaakt op haar kamertje met zijn dierbare platencollectie. ‘Practice makes perfect’ en zij is in staat om grote diva’s als Shirley Bassey, Marilyn Monroe, Judy Garland, Edith Piaf en Dusty Springfield tot in de kleinste details vocaal te imiteren.

Little Voice woont samen met haar moeder Mari Hoff. Een dronken lor die weinig meer doet dan zuipen, mannen bij de vleet verslijt en het leven van haar dochter tot een hel weet te maken. De talenten van LV worden ontdekt door Ray Say een louche club impressario die denkt op een eenvoudige manier beter te kunnen worden van de hele situatie door een relatie aan te gaan Mari. Maar de zaken lopen uiteindelijk niet zoals hij hoopt…

LV wordt gespeeld door de 18-jarige Diana Vickers, in Engeland vooral bekend van X-Factor, die hier haar West End debuut maakt. En dat doet ze op een bijzonder indrukwekkende en vooral geloofwaardige manier. Al vanaf het begin van het stuk sluit je LV in je hart en het is haar dan ook vergeven dat niet alle impersonaties even perfect klinken.

Lesley Sharp zet de moeder op onnavolgbare wijze neer en haar lange monoloog aan het begin van de voorstelling is indrukwekkend. Het lijkt onmogelijk om voor dit wijf ook maar enige sympathie te voelen maar op sommige momenten slaagt ze erin om je als toeschouwer mee te trekken in haar persoonlijke tragiek en een glimp van haar zachte kant tevoorschijn komt.

Marc Warren speelt de foute womanizer Ray Say verdienstelijk en van de overige rollen verdient zeker Rachel Lumberg als buurvrouw Sadie een eervolle vermelding. Haar spel is geweldig en haar aandeel in de scène waarin ze dronken terugkomen van het eerste succesvolle optreden van LV is hilarisch.

Voor de finale van deze versie schreef Mark Owen van Take That een nieuw nummer in de voorstelling. Met ‘Sunlight’ vallen alle stukjes van de puzzel in elkaar en zien we LV in een sprookjesachtig vormgegeven slotscène stralen.

‘The Rise And Fall Of Little Voice’ is een geweldig leuke en vooral ontroerende voorstelling en de staande ovatie aan het slot was meer dan verdiend !

© foto Alastair Muir

dinsdag 8 december 2009

Oliver! - Theatre Royal Drury Lane


De voornaamste reden om ‘Oliver!’ nogmaals te bezoeken is om op de valreep de van oorsprong Iraanse komiek Omid Djalili als Fagin te kunnen zien. Inmiddels is de derde Londense Fagin Griff Rhys Jones op 14 december aan zijn speelperiode begonnen.

‘Oliver!’ is en blijft een ijzersterke voorstelling met een prachtig indrukwekkend design. Eerder in deze blog staan verslagen van de twee shows van ‘Oliver!’ die ik begin 2009 zag. Punt van kritiek blijft ook nu overeind in die zin dat het allemaal zo overweldigend en perfect gepolijst is dat de voorstelling voor échte rauwe emotie geen ruimte laat en je als toeschouwer ook in de dramatische scènes grotendeels onberoerd laat.

De cast was vorige week nog grotendeels hetzelfde als in januari. Bill Sikes wordt nu gespeeld door Steven Hartley die de rol eerder in de Palladium versie gestalte gaf en nu dus terug is als een angstaanjagende Sikes met een bulderende stem.

Djalili zet een totaal andere Fagin neer dan Rowan Atkinson waarbij hij in perfecte balans is tussen de komische en meer duistere kanten van zijn karakter. Duidelijk is wel dat de acteur die Fagin speelt veel vrijheid wordt gegund om de rol in te vullen. Zijn grote soloscènes ‘You’ve Got To Pick-A-Pocket Or Two’ en ‘Reviewing The Situation’ waren totaal anders en ook zijn etnische achtergrond wordt in muzikale fragmenten verwerkt.

Toevallig speelden Francesco Piacentine-Smith als Oliver en Ross McCormack als Artful Dodger hun laatste voorstelling en terwijl de jongens bij het slotapplaus in tranen op het podium stonden wist ook Jodie Prenger het bij haar dankwoordje niet meer droog te houden. 

Jodie Prenger is nog steeds geknipt voor de rol van Nancy en hoewel ze vocaal in de ensemblenummers wat naar achter wordt gedrongen weet ze in haar grote solo ‘As Long As He Needs Me’ moeiteloos te overtuigen en haar spel met de kinderen is geweldig en vertederend.

Als Kerry Ellis de rol in maart 2010 overneemt is dat zeker een reden om deze Oliver! nogmaals te bezoeken.

The Phantom Of The Opera - Her Majesty's Theatre


De volgende dag in Londen stond in het teken van twee klassiekers uit de musicalgeschiedenis. De matineevoorstelling van ‘The Phantom Of The Opera’ stond weer garant voor de nodige ouderwetse dramatiek.

Lloyd Webber’s grootste succes staat alweer zo’n 23 jaar in het statige Her Majesty’s Theatre en ik stond er toch weer versteld van hoe sterk deze voorstelling na al die jaren nog is. Toegegeven de effecten zijn inmiddels wat gedateerd dus het is grotendeels te danken aan de cast : David Shannon speelt sinds kort de hoofdrol en is vocaal enorm sterk in de rol. Bovendien weet hij zijn karakter de nodige kwetsbaarheid mee te geven waardoor de finale scène waarbij Christine de keuze maakt voor Raoul en The Phantom alleen achter laat hartverscheurend is. Ik heb de voorstelling al heel vaak gezien maar toch wist het spel me tot tranen toe te roeren en betrapte mezelf op de ijdele hoop dat ze misschien dit keer toch voor The Phantom kiest.

Gina Beck zong Christine schijnbaar moeiteloos en speelde erg overtuigend, evenals understudy Will Barratt als Raoul die een prachtige stem heeft maar misschien wat minder de looks voor de rol. Ik had gehoopt Rebecca Lock als La Carlotta te zien maar die middag was haar understudy Melanie Gowie op. Speciale vermelding verdient zeker Barry James die een érg grappige Monsieur Firmin speelt.

© foto Catherine Ashmore

maandag 7 december 2009

La Cage Aux Folles - Playhouse Theatre


Op het laatste moment toch nog kaarten geboekt voor de West End transfer van de Menier Chocolate Factory produktie van deze klassieker uit de jaren ‘80 waarvoor Jerry Herman tekst en muziek schreef en Harvey Fierstein het script. Elders in dit blog staat nog een verslag van de voorstelling die ik in januari 2009 zag.

‘La Cage Aux Folles’ is nu aan de laatste weken bezig dus de laatste mogelijkheid om deze produktie nog in Londen te zien. En achteraf gezien ontzettend blij dat ik die kans heb gegrepen. Douglas Hodge als Albin was enorm op dreef en levert een ongekende vijfsterren performance. Ontroerend en kwetsbaar maar ook ongelooflijk grappig met een perfect gevoel voor timing maakt hij van deze ‘drag queen’ op leeftijd een personage van vlees en bloed met wie je oprecht en intens meeleeft. Hodge vervalt niet in goedkope karikaturen, een gevaar dat bij deze rol zo snel op de loer ligt. Denis Lawson speelt zijn wederhelft Georges en samen vormen ze een geloofwaardig en sympathiek koppel. Ze zijn de eerste cast uit de Chocolate Factory die deze laatste speelperiode hun rollen op een meer dan voortreffelijke wijze hernemen.

De geweldige cast en de ongeëvenaarde Les Cagelles (die hun rollen vol vrouwelijke passie en mannelijke energie spelen en waarbij die scheidslijn soms erg vaag is) maakt ‘La Cage Aux Folles’ tot meer dan alleen een komische en ontroerende musical en een geweldige avond uit. ‘La Cage’ is vooral een lofzang op tolerantie en het leven.

Als je de kans krijgt om ‘La Cage Aux Folles’ nog in Londen te zien niet denken maar vooral doen !! En lukt dat niet, Douglas Hodge is vanaf april 2010 te zien in de terechte Broadway transfer van deze produktie.

The Snowman - Peacock Theatre


‘The Snowman’ gebaseerd op het boek van Raymond Briggs en met Howard Blake’s bekende ‘Walking In The Air’ is inmiddels een vast onderdeel van de Kerstprogrammering van Sadler’s Wells, Londens danstheater.

Als Londen in december je al niet in Kerstsfeer brengt dan zeker deze sympathieke familievoorstelling wel. ‘The Snowman’ vertelt het verhaal van een jongen die op Kerstavond de door hem gemaakte sneeuwman tot leven ziet komen en met hem allerlei avonturen beleeft. In de eerste akte in het huis van de jongen, in de tweede akte op de Noordpool. Compleet met dansende pinguïns, de ‘angstaanjagende’ Jack Frost en natuurlijk de Kerstman.

Toen ik het theater binnenkwam en een speciaal buggy-park ontdekte vreesde ik het ergste. Veel jonge kids en complete families in de zaal, dus ik voelde me wel een beetje een vreemde eend in de bijt. Maar jong en oud genoot intens, de kinderen luidruchtig op de momenten dat het hoort, maar muisstil in de ontroerende scènes.

Is ‘The Snowman’ een aanrader ? Ja een mooi vormgegeven voorstelling die perfect past in de Londense kerstsferen. Een sympathieke bij vlagen ontroerende show. Erg leuk om een keer gezien te hebben, al moet ik toegeven dat als er meer matinees op de maandag waren, ik waarschijnlijk voor iets anders gekozen zou hebben.

En terwijl de sneeuwvlokken uit de finale en het slotapplaus nog nauwelijks zijn verdwenen, stap je het heerlijke Londen weer in waar net op dat moment de regen met bakken uit de lucht komt vallen. Paraplu op en onderweg naar de eerste musical van mijn reis.

© foto John Ross

donderdag 8 januari 2009

Oliver! - Theatre Royal Drury Lane


Donderdagavond was alweer de laatste voorstelling : voor de tweede keer Oliver! in Theatre Royal Drury Lane. Van tevoren was al bekend gemaakt dat de Australische Tamsin Carroll op woensdag- en donderdagavonden de rol van Nancy gaat spelen, een rol die ze eerder in Sydney, Melbourne en Singapore vertolkte. 

Mooie kans dus om binnen een week de alternate ook te kunnen bewonderen. Na haar performance is wel duidelijk waarom Cameron Mackintosh haar naar Londen heeft gehaald als alternate Nancy en niet één van de runners up uit de BBC reeks ‘I’d Do Anything’. Jodie Prenger doet het uitstekend, maar eerlijk is eerlijk ze moet in Carroll wel haar meerdere erkennen want zowel vocaal als qua acteer- en inlevingsvermogen is de Australische duidelijk beter. 

Dit keer speelde Ross McCormack een heerlijke Artful Dodger en de kleinste boef uit Fagin’s bende Nipper was deze avond meer dan schattig. Gwion Wyn Jones, de kleinste en blonde Oliver uit Wales, speelde geweldig, misschien vocaal wat minder krachtig dan collega Harry Stott maar perfect gecast in de rol van de kleine wees.

Zorro - Garrick Theatre


Donderdag was alweer de laatste volle dag in Londen met ruimte voor de laatste twee voorstellingen. Ik heb helemaal niets met de muziek van de Gipsy Kings, maar de uitstekende recensies voor deze voorstelling maakten me toch wel nieuwsgierig. Ik ging dan ook helemaal blanco deze show in. 

Het verhaal van de gemaskerde held El Zorro in een script en met teksten van Stephen Clark wordt helder en duidelijk zij het iets simplistisch verteld met te weinig diepgang in de karakters. Dat ééndimensionale verhaal is gelijk de grootste manco van de musical en biedt de acteurs weinig uitdaging. De enige die wat meer materiaal krijgt om zijn tanden in te zetten is Adam Levy in de rol van Ramon. Het is dan ook lastig om met de andere karakters een binding te krijgen. 

Zelfs met de hoofdrollen Diego, prima vertolkt en gezongen door Matt Rawle en Luisa door Emma Williams, die overigens wel een prachtige solo heeft in de tweede akte met ‘Man Behind The Mask’. En aan het eind krijgt de musical nog wel een dramatische en onverwachte wending maar dat is te laat om aan de oppervlakkigheid van deze produktie te ontkomen.

Het decor- en kostuumontwerp van Tom Piper en het lichtontwerp van Ben Ormerod leveren prachtige plaatjes op en de getoonde theaterillusies zijn ongetwijfeld knap, maar ik had meer het idee dat ik naar een tot leven gekomen driedimensionaal stripboek zat te kijken. En na het zoveelste handgeklap, castagnettengekletter en de doorleefde geëxalteerde zigeunergezang begint er een stemmetje in m’n achterhoofd tegen te sputteren : nu vind ik het wel genoeg en op zo’n moment is de reprise van de bekendste nummers bij het slotapplaus net iets teveel van het goede.

‘Zorro’ kent goede performances en vooral in de opzwepende ensemblenummers als ‘Bamboleo’ en ‘Djobi Djoba’ klinkt de geïnspireerde cast als een klok. En ook Matt Rawle heeft met ‘Hope’ nog een mooie solo. Zeker leuk om ‘Zorro’ gezien te hebben, en de voorstelling zal ook zeker het publiek weten te vinden, maar het zal wat mij betreft bij één bezoek blijven.

woensdag 7 januari 2009

Carousel - Savoy Theatre


Ik hou van de musicals van Rodgers en Hammerstein en hun ‘Carousel’ is mijn favoriet. De versie van het National Theatre die ik begin jaren negentig in Londen en New York zag behoren tot mijn meest dierbare theaterherinneringen ooit en het ik wist van te voren wel dat het lastig zou worden om die te overtreffen. 

Deze ‘Carousel’ onder regie van Lindsay Posner heeft dat sublieme niveau niet, maar het is en blijft een prachtige musical die het verhaal en de muziek absoluut recht doet. Vooral aan het eind van de voorstelling begon bij mij een klein beetje de teleurstelling toe te slaan door de komische elementen die door Dudley in het design zijn toegevoegd. Onnodig en niets toevoegend aan het toch erg dramatische stuk.

Niettemin is deze ‘Carousel’ een absolute aanrader. De cast is werkelijk ijzersterk met de geweldige Alexandra Silber als Julie Jordan. Deze talentvolle jonge vrouw zag ik vers van de opleiding voor het eerst als de tweede gecaste Laura Fairlie in ‘The Woman In White’ en later als Hodel in ‘Fiddler On The Roof’ in hetzelfde Savoy. Wat een prachtige stem, wat een inlevingsvermogen en wat een talent. Ik zat bij ‘If I Loved You’ al vreselijk te huilen. Silber is een ster! 

Lauren Hood die hier haar West End debuut maakt, was een ontwapenende en schattige Carrie Pipperidge en Jeremiah James als Billy Bigelow speelde en zong de sterren van de hemel en zijn ‘Soliloquy’ bezorgde me opnieuw tranen. De grootste naam en publiekstrekker Lesley Garrett zong uiteraard prachtig en haar ‘You’ll Never Walk Alone’ met Julie Jordan was ontroerend intiem. Mooi klein gespeeld en subliem en ingetogen gezongen. 

William Dudley geprezen en verguisd voor zijn videodesign voor ‘The Woman In White’ tekende ook voor deze produktie, wat prachtige plaatjes oplevert in vooral de openingsscene met de carrousel en de tocht van het eiland terug naar de kust. Minder geslaagd vond ik de reis naar de hemel waarbij ik zijn grappig bedoelde ontwerp vond afleiden van het verhaal. 

Maar dat zijn slechts minieme kanttekeningen bij een prachtige produktie met een mooie choreografie van Adam Cooper en een groot en prachtig spelend orkest en waarbij iedere rol tot de laatste plaats in het ensemble uitstekend is bezet. Chapeau! 

‘Carousel’ is en blijft een hoogtepunt in de musicalhistorie met klassiekers als ‘June Is Bustin‘ Out All Over’, ‘If I Loved You’ en ‘You‘ll Never Walk Alone’. Een dramatische voorstelling waar je een heel scala aan emoties beleeft en ik in ieder geval telkens weer tot vele tranen ben geroerd. Deze nieuwe ‘Carousel’ is een solide klassieke produktie en een welkome afwisseling in alle feelgood- en familievoorstellingen. Ik heb genoten!

Sunset Boulevard - Comedy Theatre


Ik weet dat ik op een nogal uitgesproken mening heb over de huidige verschrikkelijke Nederlandse versie en dat mij verweten is dat ik me bij het zien liet leiden door het briljante origineel. Na het zien van deze ‘Sunset Boulevard’ onder regie van Craig Revel Horwood voel ik me alleen maar gesterkt in die mening. Het ligt écht niet aan het materiaal dat is in de basis meer dan goed, het ligt er gewoon aan wat men ermee doet. Waar de Nederlandse versie mijn inziens op alle fronten faalt en zelfs Kleinsma en Douwes de produktie niet kunnen redden is deze ‘Sunset Boulevard’ méér dan geslaagd in alle opzichten. 

Dit is opnieuw een transfer van de Watermill Playhouse produktie uit Newbury waarbij de cast van de voorstelling ook de diverse instrumenten bespelen. Hun eerdere producties van ‘Sweeney Todd’ en ‘Mack And Mabel’ brachten het ook tot West End.

Al vanaf de eerste vioolklanken zit ik met huizenhoog kippenvel en de manier waarop de volledige score, gearrangeerd door Sarah Travis, van het werk van Andrew Lloyd Webber wordt gespeeld is ongeëvenaard en doet volledig recht aan het origineel. Een groot compliment voor de acteurs/muzikanten, want ga er maar aan staan om te spelen zonder bladmuziek en ook nog eens overtuigend te acteren. Op een gegeven moment lijkt het alsof de acteurs zo met hun instrument vergroeid zijn dat het niet meer de storende factor is die het op papier misschien lijkt en die hun spel zou kunnen beïnvloeden, maar het juist helpt om de karakters te versterken. 

De enige actrice die geen instrument bespeelt is Norma Desmond zelf. Kathryn Evans, die ik ooit eens zag in Mack And Mabel in het Piccadilly Theatre, beheerst de rol tot in alle finesses en nuances en heeft een geweldige en krachtige stem. Na haar eerste grote solo ‘With One Look’ zou je uit je stoel willen opspringen om deze diva al een staande ovatie te geven. 

Ik heb werkelijke ademloos zitten kijken naar deze geweldige versie van Sunset Boulevard. Zelfs de toch kleurloze rol van Betty Schaefer prachtig gespeeld door Laura Pitt-Pulford, wordt volledig uitgebouwd en in ‘Too Much In Love To Care’ wordt de tekst zo letterlijk gespeeld dat het uitdraait op een bijna agressieve confrontatie tussen Betty en Joe. Twee mensen die niet met elkaar willen, maar niet zonder elkaar kunnen. Ben Goddard speelt en zingt Joe Gillis fenomenaal evenals Dave Willetts als Max.

Het decorontwerp van Diego Pitarch en lichtontwerp van Richard G. Jones ondersteunen het verhaal op een prachtige manier maar overheerst nergens. Met minieme middelen worden grootse effecten gesuggereerd. De kostuums zijn bijna allemaal in zwart, wit en grijs en in combinatie met het decor lijkt het alsof een oud fotoboek tot leven komt en je bladert door het tragische verhaal van Norma en haar Joe. 

Als je naar Londen gaat is deze nieuwe en verrassende versie van Sunset Boulevard verplichte kost en ik vind het erg jammer dat ik geen ruimte meer had deze musical nog een keer te kunnen bezoeken.

dinsdag 6 januari 2009

Oliver! - Theatre Royal Drury Lane


Dinsdagavond stond de eerste van twee voorstellingen van de Lionel Bart klassieker Oliver! op het programma. Deze versie is gebaseerd op de Palladium versie die ik in de jaren negentig in Londen zag met onder andere Jonathan Pryce, Jim Dale en Barry Humphries als Fagin en Sally Dexter, Ruthie Henshall en Sonia Swaby als Nancy. 

In een afgeladen Theatre Royal Drury Lane zag ik de winnaars van de BBC reeks ‘I’d Do Anything’ Jodie Prenger als Nancy en Harry Stott als Oliver. Prenger past precies in het plaatje van Nancy weet direct de sympathie van het publiek te winnen en zingt overtuigend, maar het is Rowan Atkinson die als Fagin de show steelt en de absolute ster van deze voorstelling is. Zijn mimiek en bijna ongecontroleerde fysiek passen de rol en zijn ‘Reviewing The Situation’ is fenomenaal. Atkinson is voor het publiek natuurlijk het meest bekend als Mr Bean en de subtiele verwijzing die naar dat karakter in deze show zit is érg leuk.

Zoals gezegd is deze Oliver! een revival van de Palladium versie destijds onder regie van Sam Mendes. De regie wordt dit keer gedaan door Rupert Goold en die drukt toch duidelijk een ander stempel op de voorstelling. Vooral de ondersteunende karakters als de Sowerberry’s en Mr Bumble en de Widow Corney zijn wat minder de karikaturen dan ze in de oorspronkelijke versie waren. Overigens is de hele proloog met Agnes en Old Sally uit de voorstelling verdwenen. Erg jammer want die scène voegde mysterie toe aan de geschiedenis van Oliver die nu mist.

Het decor- en kostuumdesign van Anthony Ward is opnieuw waanzinnig mooi en bijzonder indrukwekkend waarbij de volledige diepte en hoogte van het toneel van Drury Lane wordt benut. Dat levert prachtige Dickensiaanse plaatjes die je in steeds veranderende perspectieven door het Victoriaanse Londen voeren. De hele produktie is een feest voor je ogen en oren en de score wordt prachtig gespeeld door een groot orkest. 

Er staat een énorme cast op het toneel met letterlijk tientallen kinderen in de openingsscène ‘Food Glorious Food’. De bijrollen zijn uitstekend bezet met een hilarische Mrs en Mr Sowerberry gespeeld door Louise Gold en Julian Bleach. Slechterik Bill Sikes wordt verdienstelijk gespeeld en gezongen door Burn Gorman. Julius D’Silva en Wendy Ferguson vormen een heerlijk koppel als Mr Bumble en de Widow Corney en erg leuk dat hun ‘I Shall Scream’ dat miste in de Nederlandse versie gewoon wél in de show zit. En ook Robert Madge als Artful Dodger steelt de show in zijn zang, dans en samenspel met Oliver. Dinsdag zag ik de 13-jarige Harry Stott als Oliver. Hij zong en acteerde geweldig maar leek me sinds het einde van ‘I’d Do Anything’ al iets te oud geworden voor de rol van kleine Oliver en had hoorbaar moeite met de hogere zangpartijen.

Oliver! is een absolute aanrader maar het probleem is dat het allemaal zo overweldigend en perfect gepolijst is dat de voorstelling voor échte rauwe emotie geen ruimte laat en je als toeschouwer ook in de dramatische scènes grotendeels onberoerd laat. 

Aardig voor de bezoekers van de tryouts is wel dat er een speciale exlusieve preview editie souvenir brochure met veel achtergrondinfo, publiciteitsfoto’s en repetitiefoto’s te koop was en al een heel scala aan merchandise en andere prullaria. 

Oliver! in Londen is big business en je kan Cameron Mackintosh als Fagin al haast horen quoten : ‘in this life one thing counts, in the bank large ammounts ... ’ En geef hem eens ongelijk.

Overigens was er na deze voorstelling nog een collecte voor het Drury Lane Theatrical Fund en toen Rowan Atkinson tijdens zijn kleine speech terloops liet vallen dat hij die dag jarig was duurde het niet lang voor alle duizenden toeschouwers hem Happy Birthday toezongen ...

© foto Tristram Kenton

The Phantom Of The Opera - Her Majesty's Theatre

Op dinsdagmiddag 6 januari stond de matinee van 'The Phantom Of The Opera' in het Her Majesty’s Theatre op de planning. Prachtige plaatsen op rij J in de stalls geboekt via de actie Get Into London Theatre. 

De voorstelling staat al in het 22e jaar in Londen dus ik vertel waarschijnlijk niets nieuws over deze musical door een verslag te plaatsen. Ramin Karimloo staat nu als Phantom op het toneel en is niet de beste die ik ooit zag. Het is een jonge acteur en hij mist gewoonweg de ervaring en kracht die deze rol nodig heeft en wist mij ook vocaal niet zo te imponeren. 

Gina Beck daarentegen als Christine was wel erg overtuigend. Verder blijft The Phantom natuurlijk een onbetwiste klassieker, prachtig om naar te kijken en het geluid is sinds de installatie van het nieuwe systeem fenomenaal goed. Erg leuk om 'The Phantom Of The Opera' na een aantal jaren weer eens gezien te hebben. Maar ik ben inmiddels meer benieuwd naar ‘Love Never Dies’, laat die sequel maar komen!
© foto's Really Useful Group