woensdag 31 oktober 2007

Parade - Donmar Warehouse


‘Parade’ vertelt het waargebeurde verhaal uit 1913 van Leo Frank, een Joodse New Yorker die in Atlanta woont en werkt als opzichter in een potlodenfabriek. Hij wordt beschuldigd van de verkrachting en moord op de 13 jarige Mary Phagan, een meisje wat in de fabriek werkt en door hem voor het laatst levend zou zijn gezien.
Het proces krijgt veel aandacht van de kranten en leidde tot een golf van antisemitische gevoelens. Mede door de getuigenis van de zwarte crimineel Jim Conley die beweert dat Mary niet was ingegaan op de sexuele avances van Frank, en door de twijfelachtige rol van aanklager Hugh Dorsey en religieuze activist Tom Watson, wordt Leo Frank door de jury tot de doodstraf veroordeeld.
Leo Frank zit niet bij de pakken neer en gedurende de jaren daarna probeert hij vanuit zijn cel samen met zijn vrouw Lucille deze afschuwelijke gebeurtenis een andere wending te geven. 
Lucille weet uiteindelijk gouverneur John Slaton te overtuigen van Leo’s onschuld en als ook rechter Roan, die de zaak voorzat begint te twijfelen en de gouverneur een brief stuurt, lijkt het tij zich te keren. Slaton is zich er terdege van bewust dat als Leo Frank vrijkomt hij zijn politieke carrière wel kan vergeten. Hij zet pas op de dag van de executie de doodstraf van Frank om in een levenslange gevangenisstraf. Hugh Dorsey en Watson voelen zich verraden en overtuigen in een ongekende hetze de bewoners van Atlanta het recht in eigen hand te nemen met dramatische en fatale gevolgen voor Leo Frank.
De waarheid blijft in het midden maar algemeen wordt aangenomen dat Conley en niet Frank de moordenaar was van Mary.
‘Parade’ met tekst en muziek van Jason Robert Brown, scriptvan Alfred Uhry en onder regie van Harold Prince ging in het Vivian Beaumont Theatre New York in premiere op 17 december 1998 maar hield het slechts 39 previews en 84 reguliere voorstellingen vol.
Een kleine 10 jaar later dus deze Donmar versie dit keer onder regie van Rob Ashford die ook voor de choreografie tekent.

Het decorontwerp van Christopher Oram is gezien de beperkte mogelijkheden van het Donmar simpel maar effectief, waarbij de nadruk ligt op de speelvloer en houten stellages op het achtertoneel de verschillende ruimtes simuleren. Mede door het prachtige subtiele lichtontwerp van Neil Austin lijkt het of je zit te kijken naar een sepia-kleurige foto uit de tijd waarin het verhaal zich afspeelt.
Jason Robert Brown schreef voor ‘Parade’ een eigenzinnige en eigentijdse score waarin ook ruimte is voor genres als gospel, ragtime, blues. Indrukwekkende solo’s, mooie duetten en prachtige samenzang in ensemblenummers als in ‘The Old Red Hills Of Home’. De 9-koppige band brengt de muziek in prachtige arrangementen van David Cullen die zorgen voor een rijke en warme textuur. Jason Robert Brown schreef voor de Donmar produktie twee nieuwe nummers die zijn te vinden op de cast CD die later deze maand wordt uitgebracht.
Hoofdrol Leo Frank wordt gespeeld door Bertie Carvel die ondanks een indrukwekkende staat van dienst pas met ‘Parade’ zijn musicaldebuut maakt. Hij maakt vooral indruk met ‘It’s Hard To Speak My Heart’ zijn solo aan het einde van de eerste akte. Lara Pulver speelt Lucille Frank met kracht en overtuiging.
‘Parade’ is behalve een musical over een historisch gegeven, religieuze intolerantie en dwalingen van de rechterlijke macht, toch vooral een persoonlijke liefdesgeschiedenis tussen twee mensen die tegen de stroom in hun liefde voor elkaar herontdekken. Door Pulver zo prachtig vertolkt in ‘You Don’t Know This Man’ en samen in een hartverscheurend duet ‘All The Wasted Time’ zich nog onbewust van het dreigende onheil.
‘Parade’ in het Donmar werkt bij vlagen als een droom maar nog vaker als een afschuwelijke nachtmerrie zoals de laatste scène die een verpletterende indruk op mij achterliet. Prachtige vertolkingen in een indrukwekkende enscenering zorgen voor een onvergetelijke en memorabele theaterbelevenis.
© foto's Johan Persson