De belangrijkste reden voor deze reis naar Londen was naast 'The Light Princess' toch vooral de nieuwe musical van Andrew Lloyd Weber 'Stephen Ward'. Toen eind juni bekend werd dat op 3 december de eerste preview zou plaatsvinden heb ik direct geboekt.
Onderwerp voor de nieuwe Lloyd Webber is het Profumo schandaal dat de Britse politiek in 1963 op de grondvesten deed trillen en verschillende levens en carrières verwoesten en dat uiteindelijk leidde tot de zelfdoding van Stephen Ward. De zondebok in het hele verhaal.
In de zomer van 1961 had John Profumo de Minister van Defensie onder het conservatieve bewind van premier Harold MacMillan een korte affaire met de 19-jaar oude Christine Keeler. Hij ontmoette haar voor het eerst op het landgoed Cliveden House van Lord Astor en werd met hem in contact gebracht door Stephen Ward een destijds beroemde osteopaat met wie ze een woonruimte deelde. Ward bewoog zich in de hoogste kringen en had Churchill, Gandhi en Ava Gardner onder zijn clientèle. Hij had echter ook een fascinatie voor de onderkant van de samenleving en was vaak te vinden in het nachtleven van Soho in die tijd.
Christine kende in Soho ook twee duistere figuren, de van oorsprong Jamaicaanse Aloysius 'Lucky' Gordon en Johnny Edgecombe. Tijdens een straatgevecht over Christine verwondt Edgecombe Lucky met een mes. Later om Christine te wraken gaat Edgecombe naar de flat van Ward waar op dat moment Christine en haar vriendin Mandy Rice Davies zijn en vuurt een paar schoten op de flat af. Hij werd gearresteerd en veroordeeld voor poging tot moord.
Stephen Ward ondertussen had contacten met MI5 als een intermediair tussen de veiligheidsdienst en Yevgeny Ivanov een attaché bij de Russische ambassade ten tijde van het hoogtepunt van de Koude Oorlog.
Na de schietpartij op Keeler en Rice-Davies waren verhalen over sex en spionnen aan de orde van de dag in de Britse pers met News Of The World voorop en op dat moment bood ook Christine haar verhaal aan waarbij ze hen deed geloven dat ze zowel de maitresse van Profumo als Ivanov was en dat ze Profumo nucleaire geheimen probeerde te ontfutselen. Dat is uiteindelijk nooit bewezen.
Uiteindelijk gelast de Home Secretary een onderzoek om te kijken welke beschuldigingen men Stephen Ward ten laste kon leggen. Getuigen werden bedreigd en geïntimideerd en Ward werd uiteindelijk in juni 1963 gearresteerd op verdenking van verdiensten aan prostitutie door jonge vrouwen. Hoewel er nooit overtuigend bewijs is geleverd is wordt Stephen Ward de zondebok in het hele verhaal en in de steek gelaten door zijn vrienden ziet hij geen andere uitweg dan zichzelf van het leven te benemen. In augustus 1963 wordt de rechtszaak gesloten waarbij er uiteindelijk geen straf wordt uitgesproken. Stephen Ward eindigt als wassen beeld in de Chamber Of Horrors in Blackpool.
'Stephen Ward' lijkt niet het meest voor de hand liggende onderwerp voor een musical van Andrew Lloyd Webber en dat is het ook niet. Het is een verrassende en onconventionele musical geworden en totaal anders dan we van hem gewend waren. Wat blijft zijn de prachtige melodieën en de muziek die duidelijk herkenbaar zijn stempel dragen. Lloyd Webber werkt voor deze productie opnieuw samen met het team dat ook 'Sunset Boulevard' in het begin van de jaren negentig maakte. Christopher Hampton en Don Black tekenen voor het script en de teksten.
De creatives bestaan uit louter bekende namen die hun sporen in het theatervak al ruimschoots verdien hebben met Richard Eyre als regisseur, Rob Howell die de sets en de kostuums ontwierp, Peter Mumford voor het lichtontwerp, Stephen Mear als choreograaf en Jon Driscoll voor de video- en projectieontwerpen.
Lloyd Webber is voor het eerst in hele lange tijd ook verantwoordelijk voor de muzikale arrangementen die worden uitgevoerd door een klein orkest van acht personen. Staat Lloyd Webber bekend als iemand die zich met veel aspecten van een productie bezig lijkt te houden hier heeft hij zich schijnbaar alleen geconcentreerd op de muziek en de rest aan anderen overgelaten.
De eerste preview die ik zag stond al als een huis en 'Stephen Ward' is een intrigerende voorstelling die een goed tijdsbeeld schetst van het Engeland aan het begin van de jaren zestig waarbij de preutsheid van het establishment het verliest van de losbandigheid van het begin van de ‘roaring sixties’ en over de dwalingen van het rechtssysteem waarbij een onschuldige man gedwongen door de omstandigheden uiteindelijk tot wanhoop wordt gedreven.
Ward is min of meer de verteller van het verhaal en in de eerste scène is hij een wassen beeld dat ineens tot leven komt in de Chamber Of Horrors in Blackpool en de toon voor de voorstelling wordt gezet. Het verhaal voert ons vervolgens terug naar het Londen van 1961 waar hij in Murray’s Club kennis maakt met danseres Christine Keeler. Christine is aanvankelijk terughoudend maar toch geïntrigeerd door Ward en geeft uiteindelijk haar telefoonnummer.
Ward bezoekt haar in een oud vervallen treinstel in Wraysbury waar ze samen met haar moeder Mrs Huish woont. Ward vraagt toestemming om Christine mee te nemen naar het landgoed Cliveden. Hoewel er misschien wat sluimert blijft hun relatie strikt platonisch ook als Christine in het appartement van Ward trekt. Later maakt Ward ook kennis met Mandy Rice Davies vriendin van Christine die ook in Murray’s Club werkt. Langzaam raakt het verhaal in een stroomversnelling en beginnen de politieke intriges als Christine ook kennis maakt met Profumo en de Russische attaché Ivanov.
En terwijl Christine en Mandy samen in december 1962 het vooruitzicht van een nieuw jaar vieren waarin ze verwachten dat alles anders gaat worden raken ze betrokken bij een schietpartij. Op het moment dat de pers lucht krijgt van de zaak betekent dat het begin van het einde als langzaam duidelijk wordt welke smerige zaken er zich op het gebied van seks en politiek afspelen.
De tweede acte voelt meer als een toneelstuk dan als musical vooral omdat hier het verhaal zich gaat concentreren op de journalistiek die vaak op slinkse wijze achter de waarheid tracht te komen, op Keeler en Rice-Davies die toch beiden minder onschuldig en trouw blijken te zijn dan ze zich doen voorkomen en de politieke en persoonlijke consequenties die de hele zaak voor Profumo en zijn vrouw Valerie Hobson heeft.
Langzaam sluit het web zich ook om Stephen Ward die op manipulatieve wijze in de hele zaak wordt betrokken en dat uiteindelijk leidt tot zijn arrestatie en het proces.
Seks en politiek zijn de twee pijlers die 'Stephen Ward' dragen. De expliciete teksten, het functionele bloot en de scène waarin zorgvuldig gechoreografeerd de illusie van een orgie wordt gewekt in 'You’ve Never Had It So Good' is blijkbaar voor sommige bezoekers teveel want tijdens de eerste preview waren wat stoelen na de pauze leeg.
In de eerste acte zien we veel lieflijke ingetogen nummers zoals 'You’re So Very Clever To Have Found This' en 'This Side Of The Sky'. Of songs die een tijdsbeeld van de jaren zestig schetsen zoals 'Super-Duper Hula-Hooper' gezongen in Murray’s Club, het reggae-achtige 'Black-Hearted Woman' of het optimistische '1963' dat de pauze finale is.
De toon van de muziek in de tweede acte is een stuk zwaarder en meer duister zoals 'Give Us Something Juicy' en de reprise van 'Manipulation'. Prachtig rustpunt is 'I’m Hopeless When It Comes To You' om vervolgens via 'The Arrest' en 'The Trial' af te stevenen op de finale van de musical 'Too Close To The Flame'.
De cast die op het toneel van het Aldwych Theatre staat is feilloos. Alexander Hanson is indrukwekkend als Stephen Ward evenals zijn jonge tegenspelers Charlotte Spencer en Charlotte Blackledge die Christine en Mandy spelen. Joanna Riding is prachtig als Valerie Hobson en het is jammer dat haar aandeel in de voorstelling niet wat groter is, al speelt ze in de eerste acte ook de moeder van Christine. Andere belangrijke rollen zijn voor Anthony Calf als Lord Astor, Daniel Flynn als Profumo en Ian Conningham als Yevgeny Ivanov die overigens in de tweede acte ook opduiken in andere rollen.
Het design van de musical is niet groots maar zeker heel doeltreffend en bestaat uit twee cirkels van toneelhoge gordijnen die onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen. In samenspel met de belichting en de projecties en videobeelden worden de verschillende locaties verbeeld en soms gebruikt om een tijdsbeeld te schetsen of om een overgang te markeren. Maar er zijn ook een aantal fysieke sets die kunnen worden ingeschoven zoals het appartement van Ward aan Wimpole Mews, of het exterieur van Cliveden House.
Het verhaal is prima te volgen zelfs als je niet erg bekend bent met de zaak rondom Profumo. Het is wel jammer dat de figuur Stephen Ward naar wie de musical tenslotte is vernoemd alsnog een mysterie blijft. Het zou mijns inziens interessanter zijn geweest om juist te benadrukken wat hem heeft gedreven.
'Stephen Ward' is een buitenbeentje in het werk van Lloyd Webber misschien meer een toneelstuk met muziek dan de grote musicals waar het grote publiek hem van kent. Niettemin is het wat mij betreft een absolute aanrader die een mooi tijdsbeeld schetst en een bekend politiek schandaal terug op de kaart zet met Stephen Ward nu eens op de voorgrond. Of het historisch gezien allemaal op waarheid berust zullen we wellicht nooit weten maar wat blijft is een mooie intrigerende avond in het theater.
In de eerste acte zien we veel lieflijke ingetogen nummers zoals 'You’re So Very Clever To Have Found This' en 'This Side Of The Sky'. Of songs die een tijdsbeeld van de jaren zestig schetsen zoals 'Super-Duper Hula-Hooper' gezongen in Murray’s Club, het reggae-achtige 'Black-Hearted Woman' of het optimistische '1963' dat de pauze finale is.
De toon van de muziek in de tweede acte is een stuk zwaarder en meer duister zoals 'Give Us Something Juicy' en de reprise van 'Manipulation'. Prachtig rustpunt is 'I’m Hopeless When It Comes To You' om vervolgens via 'The Arrest' en 'The Trial' af te stevenen op de finale van de musical 'Too Close To The Flame'.
De cast die op het toneel van het Aldwych Theatre staat is feilloos. Alexander Hanson is indrukwekkend als Stephen Ward evenals zijn jonge tegenspelers Charlotte Spencer en Charlotte Blackledge die Christine en Mandy spelen. Joanna Riding is prachtig als Valerie Hobson en het is jammer dat haar aandeel in de voorstelling niet wat groter is, al speelt ze in de eerste acte ook de moeder van Christine. Andere belangrijke rollen zijn voor Anthony Calf als Lord Astor, Daniel Flynn als Profumo en Ian Conningham als Yevgeny Ivanov die overigens in de tweede acte ook opduiken in andere rollen.
Het design van de musical is niet groots maar zeker heel doeltreffend en bestaat uit twee cirkels van toneelhoge gordijnen die onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen. In samenspel met de belichting en de projecties en videobeelden worden de verschillende locaties verbeeld en soms gebruikt om een tijdsbeeld te schetsen of om een overgang te markeren. Maar er zijn ook een aantal fysieke sets die kunnen worden ingeschoven zoals het appartement van Ward aan Wimpole Mews, of het exterieur van Cliveden House.
Het verhaal is prima te volgen zelfs als je niet erg bekend bent met de zaak rondom Profumo. Het is wel jammer dat de figuur Stephen Ward naar wie de musical tenslotte is vernoemd alsnog een mysterie blijft. Het zou mijns inziens interessanter zijn geweest om juist te benadrukken wat hem heeft gedreven.
'Stephen Ward' is een buitenbeentje in het werk van Lloyd Webber misschien meer een toneelstuk met muziek dan de grote musicals waar het grote publiek hem van kent. Niettemin is het wat mij betreft een absolute aanrader die een mooi tijdsbeeld schetst en een bekend politiek schandaal terug op de kaart zet met Stephen Ward nu eens op de voorgrond. Of het historisch gezien allemaal op waarheid berust zullen we wellicht nooit weten maar wat blijft is een mooie intrigerende avond in het theater.
Deze voorstelling zag ik 's avonds op dinsdag 3 december 2013 en donderdag 5 december 2013.
© foto's Nobby Clarke