De belangrijkste reden voor mijn reisje naar Londen dit keer waren de eerste previews van de nieuwe produktie van ‘The Wizard Of Oz’. Als trouw kijker naar de BBC serie was ik erg benieuwd naar Dorothy winnares Danielle Hope wiens versie van ‘Over The Rainbow’ ook nog een andere persoonlijke en emotionele lading heeft. Toen ik naar het theater liep besefte ik eigenlijk dat ik die song weer voor het eerst ging horen na de crematieplechtigheid van mijn moeder in juli 2010. Een beetje in gedachten verzonken liep ik, na een koffie bij de Starbucks om de hoek, bijna Lloyd Webber nog omver die net uit de taxi stapte en richting artiestenuitgang liep.
Het Palladium is prachtig opgeknapt en gerenoveerd. Middels een keurig briefje in het programmaboek werd het publiek geëxcuseerd voor het feit dat de nieuwe Val Parnell foyer en sommige andere faciliteiten nog niet geheel gereed waren. Erg netjes natuurlijk maar niet heel belangrijk, tenslotte was ik al lang blij dat de eerste preview niet net als bij ‘Love Never Dies’ gecancelled was. Verwachtingsvol loop ik het theater binnen.
Zo’n nieuwe produktie is altijd spannend en vanaf mijn plaatsje op rij F had ik perfect zicht op het toneel. Verder naar voren gezeten zou het zicht wel eens belemmerd kunnen worden omdat het toneel bij deze productie ontzettend hoog is. Rij A is waarschijnlijk niet voor niets verwijderd.
Voor de voorstelling kwam de regisseur Jeremy Sams nog even het toneel op om zich op voorhand al te verontschuldigen voor dingen die eventueel mis konden gaan in deze technisch gecompliceerde musical. Maar behalve een Toto die soms niet helemaal meewerkte, en de exit van The Wizard en de smeltscène van de Wicked Witch Of The West die niet helemaal volgens plan verliepen, was het eigenlijk een vlekkeloze eerste preview.
Voor de musical gebaseerd op de overbekende MGM film uit 1939 met Judy Garland is de muziek van Harold Arlen grotendeels overeind gebleven en componeerde Lloyd Webber een aantal nieuwe nummers. Het is daarbij wel jammer dat in dat proces ‘The Jitterbug’ dat in diverse andere theaterversies wel te zien is gesneuveld. Daarentegen is ‘Hail Hail The Witch Is Dead’ dat uit de originele filmversie is verwijderd in deze nieuwe theaterversie in ere hersteld.
Andrew Lloyd Webber werkte voor ‘The Wizard Of Oz’ sinds tijden opnieuw samen met zijn oude tekstschrijver de meesterlijke Tim Rice die de nieuw gecomponeerde songs van briljante teksten voorzag.
De eerste nieuwe song is ‘Nobody Understands Me’ dat na de ouverture de opening van de show is en de diverse personages in Kansas introduceert. We maken kennis met Dorothy Gale en haar hondje Toto, haar oom Henry en tante Em en de knechten op de boerderij Hickory, Hunk en Zeke. Het is zeker geen typisch Lloyd Webber nummer en is eigenlijk te fragmentarisch en te lastig in het gehoor liggend om direct indruk te maken. Geen al te sterke opening van de musical.
‘The Wonders Of The World’ is de eerste grote solo voor Professor Marvel en is een geweldige introductie van Michael Crawford die door het publiek met groot applaus wordt begroet. Het klinkt wel erg vertrouwd en bekend en na een tijdje peinzen wist ik dat dit nummer me erg sterk denken aan ‘Perspective’ uit ‘The Woman In White’.
Ook nieuw in de musical is een gedeelte van de muziek in het instrumentale ‘The Twister’ en Lloyd Webber herschreef gedeeltes van de oorspronkelijke achtergrondmuziek uit de film die werd gecomponeerd door Hebert Stothart. ‘Bring Me The Broomstick’ gezongen door The Wizard als finale van Acte I is ook een nieuwe song.
Bijzonder indrukwekkend en ook eigenlijk a-typisch voor Lloyd Webber is ‘The Witch’s Song’ gezongen door de Wicked Witch Of The West een groots nummer aan het begin van Acte II waarmee Hannah Waddingham flink kan uitpakken.
‘As Good As Home’ is het laatste nieuwe nummer dat voor deze theaterversie werd gecomponeerd en speelt zich af in een van de laatste scènes en wordt gezongen door Dorothy en de rest van de cast. Prachtig ontroerend en één van die typische nummers die direct impact hebben en die je niet eenvoudig uit je systeem krijgt. Een meer dan waardige afsluiting van de musical.
Voor het design van ‘The Wizard Of Oz’ is hetzelfde team aangetrokken als voor ‘The Sound Of Music’, met Robert Jones als ontwerper van de set en de kostuums, Arlene Phillips als choreograaf en Hugh Vanstone als lichtontwerper. En ook in deze musical wordt weer veel gebruik gemaakt van ingenieuze projecties van de hand van Jon Driscoll die onder andere ook meewerkte aan ‘Love Never Dies’. Soms zijn ze iets te lang bijvoorbeeld in de transities naar Oz en weer terug naar Kansas. Maar fenomenaal mooi is bijvoorbeeld het moment dat de landing naar Oz wordt ingezet en de bossen in het begin van Acte II.
De scènes die zich afspelen in Kansas zijn vormgegeven in subtiel sepia en dat levert echt prachtige plaatjes op. Zowel kostuums, decorstukken en belichting dragen bij aan het gevoel dat je naar een oude zwart-wit film zit te kijken. De scenes in Oz daarentegen zijn in ‘amazing technicolour’ al kon dat naar mijn gevoel wel eens wat minder heftig. Als de Teletubbies ineens zouden zijn op komen lopen was ik niet eens verbaasd geweest. Maar oké het is natuurlijk eerst en vooral een familiemusical.
Er wordt dankbaar gebruik gemaakt van de technische mogelijkheden die de draaischijf in het Palladium biedt om scènes en decorstukken even gemakkelijk te laten verdwijnen en in een andere setting weer te doen verschijnen. De kostuums zijn allemaal prachtig en iedere bevolkingsgroep van Oz is gestoken in een ander kleurschema. Het levert allemaal erg mooie plaatjes op. Speciale vermelding verdient toch wel de Lullabye League in Munchkin Land die vertolkt worden door drie kleine meisjes van een jaar of zes. Te schattig.
Hoofdrolspeelster Danielle Hope geeft Dorothy perfect gestalte. Eigenlijk té. Het zou de geloofwaardigheid van haar karakter helpen als het wat menselijker en minder gepolijst was. Maar haar West End debuut moet een enorme ervaring voor haar zijn. Tijdens de voorstelling was niets aan haar te merken, maar bij het in ontvangst nemen van het applaus tijdens de eerste preview leek ze bijna totaal uitgeput. Tijdens de tweede preview leek ze gelukkig al wat meer op haar gemak en het is te hopen dat naarmate haar speelperiode vordert ze wat meer relaxed in de huid van Dorothy kruipt. Overigens zat Sophie Evans, de alternate Dorothy een rij achter me met een deel van de creatives.
West End veteraan Michael Crawford speelt diverse rollen waarvan Professor Marvel en The Wizard Of Oz de grootste zijn, maar hij geeft daarnaast ook nog gestalte aan de portier en de gids in Oz. Crawford is inmiddels 69 en dat is, de eerlijkheid gebiedt het te zeggen, wel wat te merken. Leek hij bij ‘The Woman In White’ zo’n jaar of zes geleden nog in topvorm, nu is duidelijk te merken dat de jaren wel gaan tellen.
In ‘The Wonders Of The World’ hoeft hij door de voortkabbelende en vertellende structuur van het nummer vocaal niet uit te pakken en bij het enige nummer waarin dat wel van hem verlangd wordt, is hij als Wizard niet fysiek in beeld. Het zou best kunnen dat dit op band staat, waarbij ik niet zeg dat dat ook zo is uiteraard. Maar het blijft een feest om Crawford in een nieuwe rol te zien en hij speelt met verve en veel humor.
Emily Tierney speelt Glinda en haar entree in de musical is geweldig mooi vormgegeven en zorgde voor een spontaan applaus vanuit het publiek. Tierney zingt en acteert zeer verdienstelijk maar haar rol is toch een stuk minder interessant dan die van Hannah Waddingham die de dubbelrol van Miss Gulch en Wicked Witch Of The West speelt.
Waddingham is compleet onherkenbaar door de make-up en deed me heel sterk denken aan Bette Midler in de film ‘Hocus Pocus’. Haar grote solo in Acte II speelt zich af in een indrukwekkend prachtig vormgegeven kasteel en zou qua staging en choreografie zo in ‘Tanz Der Vampire’ kunnen passen. ‘The Witch’s Song’ is een echte showstopper en zorgt in twee reprises voor groots vocaal vuurwerk.
Van het drietal met wie Dorothy de avonturen beleefd in Oz is Paul Keating als Scarecrow absoluut de sterkste vertolker, waarbij ik overigens niets wil afdoen aan de prima prestaties van David Ganly als Lion en Edward Baker Duly als Tin Man.
‘The Wizard Of Oz’ is zeer zeker een aanrader. Een prachtig ontworpen produktie met eersteklas performances, mooie sets, kostuums en projecties, vol vuur en vliegende heksen.
Acte I komt wat langzaam op gang en is soms wat langdradig maar dat wordt meer dan goed gemaakt in Acte II waarbij alles in een stroomversnelling lijkt te komen en ook qua sfeer een stuk grimmiger en volwassener is.
‘As Good As Home’ is een prachtige en ontroerende scène en als Dorothy weer in Kansas ontwaakt te midden van haar familie en vrienden lijkt het allemaal maar een droom te zijn geweest. Of toch niet …. ?
Deze voorstelling zag ik ´s avonds op maandag 7 en dinsdag 8 februari 2011.
© foto´s Keith Pattison