Onder de vlag van Nicholas Hytner als artistiek leider van het National Theatre zijn er al een aantal eigenzinnige musicals opgevoerd zoals ‘Jerry Springer The Opera’ in 2003 en recent nog ‘London Road’. Na jaren voorbereiding en herhaald uitstel, oorspronkelijk was het de bedoeling dat de musical al in 2011 te zien zou zijn, is het nu de beurt aan Tori Amos en haar musical ‘The Light Princess’ onder regie van Marianne Elliott die eerder verantwoordelijk was voor grote successen als ‘War Horse’ en ‘The Curious Incident Of The Dog In The Night-Time’.
Gebaseerd op het Victoriaans sprookjesverhaal van George MacDonald geven Tori Amos die de muziek en teksten schreef en Samuel Adamson verantwoordelijk voor het libretto en de teksten hun hele eigen draai aan het verhaal. Over prinses Althea uit het goudgekleurde land van Lagobel die na de dood van haar moeder probeert haar te volgen naar de hemel en in haar onvermogen om een traan te laten zowel in letterlijk als in emotioneel opzicht gewichtsloos wordt. Haar vader King Darius sluit haar als 6-jarige op in de paleistoren met haar vriendinnetje het weesje Piper. Darius richt daarna zijn aandacht op zoon Alexander en vergeet zijn dochter tien jaar lang. Totdat de prins wordt vermoord en Althea ineens de beoogde troonopvolger is. En over prins Digby van het nabijgelegen blauwgekleurde Sealand die na de dood van zijn moeder wel huilt maar zo zwaarmoedig raakt dat hij nooit meer lacht. Hij wordt samen met zijn jongere broer Llewelyn als in een militair regime opgevoed door hun tirannieke vader King Ignacio met Zephyrus, de valk van zijn overleden moeder als enige vriend voor Digby. En over het toeval dat hen samenbrengt als King Ignacio de oorlog verklaart aan Lagobel en Digby opdraagt om Althea te doden. Over hun liefde voor elkaar die voor hen beiden hun eigen lot en dat van hun land doet omkeren.
Aan de prachtige score voor ‘The Light Princess’ is overduidelijk de handtekening van Tori Amos te herkennen. De muziek is eigenzinnig, draalt en beschouwt en bouwt niet op hele duidelijke melodielijnen. Een orkest van elf voert de muziek uit met piano, strijkers en blaasinstrumenten maar zonder koper en dat zorgt ook voor een klankkleur die deze musical zo typisch kenmerkt alsof ook de muziek licht is en zweeft, bijna transparant is. Naast John Philip Shenale die de orkestraties maakt is Tori Amos met Martin Lowe ook verantwoordelijk voor de additionele orkestraties en de vocale arrangementen.
De score kent prachtige nummers. Prachtige solo’s voor Althea als ‘My Fairy Story’, ‘Queen Of The Lake’ en ‘Better Than Good’, duetten als ‘Althea’ en ‘Tears’ en indrukwekkende ensemblestukken als ‘My Own Land’, ‘Sealand Supremacy’ en de glorieuze finale ‘Coronation’.
Stralend middelpunt in de cast is Rosalie Craig als Althea die in haar voorkomen een opvallende gelijkenis vertoont met Amos. Craig slaagt erin om van Althea een sympathiek maar ook eigenzinnig en lichtvoetig personage te maken. Amy Booth-Steel is indrukwekkend als Piper de vriendin van Althea die samen met Kane Olivier Parry als Llewelyn tevens fungeren als vertellers van het verhaal aan het begin en het slot van de voorstelling. Clive Rowe als Althea’s vader Darius maakt indruk in een prachtige solo in de tweede acte ‘My Little Girl’s Smile’. Hal Fowler imponeert als King Ignacio en het is jammer dat zijn aandeel in de voorstelling niet wat groter is. Digby wordt zeer verdienstelijk vertolkt door Nick Hendrix maar hij heeft helaas minder sterk materiaal om uit te kunnen blinken en mag in het begin van de tweede akte voornamelijk mooi zijn in ontbloot bovenlijf. De nadruk lijkt te liggen op de vrouwelijke spelers onder wie ook Laura Pitt-Pulford als Falconer en Malinda Parris als Serjeant-at-Arms zeker vermelding verdienen.
Naast het verhaal van Althea en Digby worden door Amos en Adamson ook zwaardere thema’s aangesproken zoals drugs, anorexia en de zorg voor de natuur op onze planeet. Storend is dat niet maar naar mijn mening in alle gevallen ook niet erg noodzakelijk. Gelukkig zit er ook heel veel humor in de voorstelling en worden deze onderwerpen op een lichtvoetige manier gebracht waardoor het niet al te overheersend is.
‘The Light Princess’ is een visueel feest in het design van Rae Smith en het lichtontwerp van Paule Constable. De tegenstellingen tussen Lagobel en Sealand worden consequent doorgevoerd in prachtige tinten van goud en blauw. En het verhaal wordt vormgegeven in diverse disciplines waaronder de prachtige poppen van Toby Olié met op de voorgrond de majestueuze valk Zephyrus en op de achtergrond een érg grappige maar naamloze muis. Ook de diverse animaties van Matthew Robins geven vorm aan het verhaal vooral bij de introductie van het verhaal maar ook in bijvoorbeeld ‘My Fairy Story’ waarbij Althea’s verhaal parallel loopt aan het sprookje van het Meisje met de zwavelstokjes en doen nog het meest denken aan een ouderwets schimmenspel.
‘The Light Princess’ zweeft en tuimelt gedurende een groot gedeelte van de voorstelling. Op sommige momenten op de meer gebruikelijke manier in een harnas aan kabels, maar nog vaker wordt zij door vier in het zwart geklede acrobaten vastgehouden en letterlijk gedragen op handen en voeten om zo de illusie wekken dat Althea gewichtsloos is. Echt fantastisch om te zien en groot respect ook voor Rosalie Craig die feilloos weet te zingen ook als ze zweeft of zelfs ondersteboven hangt.
‘The Light Princess’ is een traditioneel sprookje in de zin van hoe de vertelling is opgebouwd en vormgegeven, maar vooral eigenzinnig, betoverend en ontroerend door de onmiskenbare invloed die Tori Amos op haar geesteskind heeft weten te leggen. Een fascinerende reis door twee tegengestelde koninkrijken die zoals het in een goed sprookje betaamt ook hier een zij-leefden-nog-lang-en-gelukkig slot kent.
De voorstelling is nog tot en met 2 februari 2014 in het National Theatre te zien en ik kan alleen maar hopen op een transfer naar West End omdat deze prachtige musical dat zo verdient.
Deze voorstelling zag ik 's avonds op vrijdag 29 november 2013 en 's middags op zondag 1 december 2013.
© foto’s Brinkhoff/Mögenburg